De Basisbeurs: Nana Adjoa
Wat houdt de Amsterdamse singer-songwriter op dit moment bezig?
Om cynisch van te worden. Nadat ze haar reeds met drie maanden uitgestelde debuutalbum, Big Dreaming Ants, in september 2020 had uitgebracht, werd de bijbehorende clubtour tot vier keer toe uitgesteld. Sessies had ze al in overvloed gedaan – voor VPRO-programma On Stage (op uitnodiging van Lucky Fonz III), de 2 Meter Sessies en zelfs voor het gerenommeerde NPR World Cafe – maar dus altijd voor een akelig lege studio, crewleden daargelaten. “Je krijgt er wel een bepaalde mindset van: ik moet dit doorstaan, we doen dit voor elkaar,” aldus Adjoa. Hoe zeer ze het live spelen, the real thing, daadwerkelijk gemist heeft, blijkt dan ook afgelopen oktober pas, als ze éíndelijk mag.
Drie gigs op het Duitse showcasefestival Reeperbahn en een hele rits clubshows in eigen land het kwartje weer vallen. “Het was echt: ohja! Dit klopt weer helemaal, wat ik doe, wat wij doen. Muzikant zijn! We voelde weer even dat we écht een band waren. Live, samen.” Ruim een jaar na release de muziek van Big Dreaming Ants met publiek kunnen delen blijkt een opluchting. “Je blijft aan alles twijfelen tót het moment dat je het in echt kan doen, en het wél blijkt te werken.”
Met het einde van de tour wordt ook het hoofdstuk Big Dreaming Ants min of meer afgesloten en begint de lange aanloop naar nieuwe muziek, een opvolger. Dat vereist voor Adjoa een lege agenda, iets dat ze door de Basisbeurs en lockdown nummer zoveel heeft kunnen bewerkstelligen. “Ik heb qua shows niks staan, gewoon helemaal niks,” vertelt ze, ietwat opgelucht, want: “niks hebben staan is wat makkelijker om mee te dealen dan als er dingen staan met een vraagteken erachter.” Na twee jaar lang weinig spelen, maar veel regelen, vindt ze nu vrede in haar bubbel.
“Ik kan doen wat ik het liefste doe en dat is veel uren maken in de studio zonder iets anders te hoeven doen. Nu kan ik gewoon nee zeggen tegen een reclameklusje, hoef er geen bijbaantje bij te zoeken. Ik kan volledig m’n eigen tijd indelen en ik merk de laatste twee à drie weken dat het z’n vruchten begint af te werpen. Het was een hele tijd zoeken, moest een beetje van mindset switchen. En dat is wat ik nog altijd heb: ik werk best langzaam, ik heb tijd nodig. En nu heb ik dat.”
En als Adjoa dan de tijd heeft gevonden, is ze zichzelf gauw kwijt. In december sluit ze zichzelf een week op in de studio van een vriend in Friesland, vastberaden om veel te lezen, uitgebreid te koken en ’s middags een lange wandeling te maken, “maar dat vergat ik steeds allemaal, en dan was het opeens donker.”
In het creatief proces heeft ze sinds Big Dreaming Ants flinke sprongen gemaakt. “Eerste werkte ik altijd heel lang aan één nummer – tot de dag dat het écht af was. Nu probeer ik veel meer te maken. Steeds een beetje aan dit nummer werken, dan een beetje aan dat nummer. Ik produceer nu ook zelf. Het zijn echt nog maar demo’s, maar ik merk dat ik steeds meer de tijd neem om van die ellenlange YouTube-filmpjes over productie te kijken. Ik vind het leuk dat ik wat meer tijd heb om te nerden.”
Dat het leven momenteel nog altijd vol beperkingen is, betekent dat Adjoa haar inspiratie vooral thuis zoekt. Of het nu de platenkast is die ze net eigenhandig in elkaar geschroefd heeft en gevuld heeft met de platen van idolen als Ry Cooder, J. J. Cale en The Band die ze nog níét kende; de nieuw Beatles-documentaire; een nieuwjaarswandeling langs verdwaalde kerstbomen; de Wintergasten-aflevering met Marina Abramović; of haar meer recente passie: klassieke muziek, voortgekomen uit de klassieke pianolessen waar ze vlak voor de pandemie voor het eerst mee is begonnen. Uren spendeert ze nu op Wikipedia om te lezen over haar favoriete componist van het moment (op het moment van spreken is dat de Fransman Gabriel Fauré), om zo vervolgens nieuwe inspiratiebronnen te ontdekken, herinnerd te worden aan boeken die ze nog wil lezen. “En dat komt dan weer terug in een liedje.” Al googlend en zappend raakt ze meer en meer bevlogen.
Binnen die staat van rust en vrijheid past ook Micro Talk, het zijproject van Adjoa met Skipta (producer Tim Schakel, tevens gitarist in de band van Adjoa), waar deze week een nieuwe single van verschijnt, drie jaar na debuut-EP Expanding Dark. Zoals die EP begon met een beetje ongedwongen aanklooien in de gezamenlijke studio, is dat ook met het nieuwe werk zo gegaan. “Het leuke aan dit project is: er zijn geen ambities. Dat klinkt wat stom, maar het gaat echt puur om het experimenteren met wat we leuk vinden.” De ambitie live te spelen is er dan ook niet – “tenzij er echt gekke dingen gebeuren” – mede omdat het van ambient-invloeden doordrongen geluid van Micro Talk vooral in de studio thuis is. “Het geeft lucht bij het maken. Je maakt iets zonder dat er een live-variant van moet zijn en dus heb je zoveel ruimte in het maakproces. Je kunt zover gaan als je wilt.”
Of die live-variant niet ook wat minder belangrijk is geworden voor de muziek die Adjoa onder haar eigen naam uitbrengt? “Dat wisselt heel erg,” vertelt ze, “Ik vind het soms lastig als muziek live minder goed werkt dan op de plaat, als het live eigenlijk nóg drie handen nodig heeft. Soms denk ik: ik moet het zo minimalistisch mogelijk maken, dan kan je ook je keuzes beperken en voorkomen dat het allemaal niet te dik wordt. Maar aan de andere kant wíl ik ook gewoon iets maken dat vet is. Ik twijfel nog welke kant ik op moet.”
De nieuwe single van Micro Talk, 'Particles Scatter', is nu uit.