Door POST

Beeld: Bas Koopmans

Into The Great Wide Open is een progressief festival. De makers zijn vooruitstrevend en grijpen nieuwe technologieën en inzichten met beide handen aan om het festival, en in zijn slipstream de rest van de wereld, een beetje beter te maken. Dat kan door zonne- en windenergie te gebruiken in plaats van fossiele brandstoffen. Of door generatoren en voertuigen te laten lopen op biodiesel. En veel energie te bufferen in accu's. Het festival doet dat met De Blik Vooruit, ongehinderd door dogma's of geharde stellingnames. En in samenwerking met onder andere Satelliet Lab Vlieland en Innofest.

Het zou zomaar kunnen dat Into The Great Wide Open binnen afzienbare tijd een volkomen circulair festival wordt. Met dank aan de crew van Lab Vlieland, de club die met man en macht probeert deze veranderingen aan te jagen. Op festivals, op eilanden en vooral ook aan de wal wordt de circulaire transitie versneld, veelal in samenwerking met bedrijven, burgers, kennisinstellingen en overheden.

Groencirkels sluiten

Het is - retteketet! - een wereldprimeur: Into The Great Wide Open maakt weer een grote stap om haar organische rest-cirkel verder te sluiten. Groenafval, etensresten, al het wegwerp servies, bestek en koffiebekertjes worden op het eiland supersnel gecomposteerd. Met dank aan de snel composteermachine (EC-50) van Ecocreation. Waar de kabouters in een normale tuin een half jaar bezig zijn om (groen-)afval te composteren doet de EC-50 dat in één etmaal. Voor de compost-pilot is wel de hulp van alle gasten hard nodig en wel door het afval te scheiden op het Sportveld, De Open Plek en Bij De IJsbaan. In plaats van 1 afvalbak zijn het er nu 2. De een voor dat wat composteerbaar is en de ander voor de rest, een kind kan de was doen.

Op de plek en de schaal van Into The Great Wide Open zijn de voordelen enorm; minder afval leidt tot minder transport en dus ontstaat er minder CO2-uitstoot. En: de ‘groencirkel’ wordt gesloten op Vlieland en d’r ontstaat een nieuwe grondstof: Compost, wat gebruikt wordt om nieuwe planten op te kweken, het terrein te regenereren, kruidenthee en cocktails te maken bij BRAK, de fonkelnieuwe en ook unieke waterbar Bij De IJsbaan.

Minder CO2

Het streven is een geheel fossielvrij Into The Great Wide Open. Dat wil zeggen dat er gestreefd word naar 100% CO2- neutraal produceren. Samen met Goodfuels is er gekozen voor biodiesel van de tweede generatie. Tweede generatie wil zeggen dat de biobrandstof is ontstaan uit afvalstromen zoals bijvoorbeeld gebruikt frituurvet en dus niet concurreert met de voedselproductie zoals bij de eerste generatie biodiesel. Daarnaast is het een B100, een pure biobrandstof die niet is gemengd met diesel verkregen uit aardolie. Vorig jaar draaiden de laatste aggregaten op Into The Great Wide Open niet meer op fossiele diesel maar op tweede generatie biobrandstof. Dit resulteerde in een CO2-reductie van 85% voor de eigen stroomproductie. Dit seizoen schakelen ook veel van de transporteurs, cateraars en leveranciers over op biobrandstof. Omdat het kan en in de hoop en vertrouwen dat goed voorbeeld doet goed volgen.

Wij Water – De Watermeent

i.s.m. Dopper, Weltevree, Studio Rooiejas, Monnik, Parlement van de Dingen en Vitens

Water is een groot goed. Helemaal op Vlieland, dat is gezegend met een zoetwaterbel dat als een bijna oneindige bron fungeert. Zeewater wordt wolken, de regen slaat neer op de Vlielandse duinen, de zandlagen filteren het in 30 jaar, waarna het door het waterleidingbedrijf wordt opgepompt en zo komt het ook weer uit de kraan. Het water op Vlieland is van ons allemaal en is voor een paar grijpstuivers beschikbaar. Om dat te vieren wordt op Into The Great Wide Open een Watermeent opgericht. Waarmee ‘ons water’ tot een gezamenlijk goed wordt verklaard – Wij Water. Waar de leden (lees: alle gebruikers van het water) verantwoord mee om zouden moeten gaan. En waar niet mee gewoekerd mag worden. Het verhaal over De Watermeent wordt verteld in BRAK en op de zondagmorgen in De Bolder waar de oprichting in woord en gebaar gestalte zal krijgen in een viering die onder leiding staat van Sef.

De incentives de juiste kant op zetten

Thuis betaal je voor je stroomverbruik: hoe meer je verbruikt, hoe meer je betaalt. Wel zo logisch. Op festivals is dat anders en rekent de stroomverbruiker (cateraar, podium etc.) af per grootte van zijn stroomaansluiting. Meten op een locatie met een tijdelijke stroomvoorziening is namelijk lastiger dan het lijkt. Lab Vlieland slaat de handen in één met Innofest en doet deze zomer een aantal pilots. Samen met Watt-now en F&L wordt tijdens het festival al het verbruik in kaart gebracht, teruggekoppeld aan de verbruiker en slim afgerekend. Op deze manier loont het om minder stroom te verbruiken. Zo kan het stroomverbruik van het festival form omlaag. Helemaal nieuw in de festivalsector, maar hopelijk in de toekomst niet meer weg te denken.

De stroomgebruikers gaan nu nog virtueel afrekenen wat zij gebruiken. Degenen die het zuinigst omgaan met hun stroom zullen in de nabije toekomst maximaal worden beloond met een veel lagere stroomrekening.

Innofest

Een andere partner waarmee Into The Great Wide Open innovatie onderzoekt is Innofest - ontsproten vanuit onder andere Lab Vlieland en Into The Great Wide Open. Innofest zet festivals in als levende laboratoria omdat het eigenlijk minimaatschappijen zijn, met dezelfde vraagstukken rondom energie, water en logistiek als buiten de festivalhekken. Innofest biedt creatieven, ondernemers, bedrijven en studenten tijdens het festival de ruimte om te experimenteren, door hun ideeën te onderzoeken en duurzame prototypes te testen. En als het binnen een festival werkt, zou het zomaar ook in de echte wereld kunnen werken.

Vijf ondernemers zijn rondom Into The Great Wide Open in de weer op Vlieland om te kijken of hun prototypes écht werken. Dat zijn:

DeBont BassAmps, makers van duurzame en zelfregulerende basversterkers.

Ecocreations, de makers van de EC-50 (zie hierboven).

Wattnow en F&L, die samen met ITGWO experimenteren met het inzichtelijk maken en afrekenen van het verbruik van energie (zie ook hierboven).

Loratec haakt daarop in en gaat een stuk of dertig innovatieve sensoren testen. Deze sensoren versturen alle energiemetingen direct naar één display, via een LoraWan netwerk. Da’s een soort 4G, maar dan goedkoper en met minder energieverbruik. Beter dus.

Werkt het? Dan zien we de innovaties wellicht volgend jaar in gebruik, op het festival, of in de rest van Nederland. Werk het niet? Dan helpt de snelle feedback van het festival om het prototype te verbeteren. Voilà in een notendop Innofest.