Door Simone Peek

Robin Alysha Clemens

Foto publiek: Robin Alysha Clemens

Simone hoopte op de goedheid van onbekenden en plaatste op onze facebookpagina een oproep voor een lift naar de haven in Harlingen. Zij vond geen barmhartige vreemden maar kreeg wel een onverwachte queeste.

Op de facebookpagina van Into The Great Wide Open kwam ik erachter dat een van mijn beste vriendinnen van de middelbare school ook op Vlieland zou zijn. Een afspraak hoefden we niet te maken, zij zou immers makkelijk te herkennen zijn; aan haar gele regenjas.

Gespitst op geel polyester struin ik het festivalterrein af. Een tikje nostalgisch in zijn klassiekheid dartelt er een gele regenjas op ieder veld, onder iedere tent, voor elk podium. Soms zelfs in groepjes tegelijk. Opvallend genoeg om direct in het oog te springen en telkens weer diezelfde gedachte uit te lokken: ‘Daar is…! Oh nee, toch niet.’

Herkenning, die fractie van een seconde waarin mijn lichaam zich klaarmaakt om te reageren. Nog voordat ik zelf weet welke reactie ik ga geven. Mijn adem stokt om mijn stem te gebruiken, een groet uit te brengen: ‘Daar is…! Oh nee, toch niet.’

Je hersenen weten in een oogwenk het onderscheid te maken tussen de herkenning die verwijst naar een positieve of een negatieve herinnering. Denk maar eens aan de Pavlov-pijn, die je hart steekt wanneer je een verloren liefde aan de overkant van de straat denkt te zien lopen. Maar in dit geval heb ik mezelf geprogrammeerd voor een positieve herkenning, door me in te prenten dat ik op zoek ben naar dat ene gele jasje.

Zelfs nadat ik Roosje heb gevonden blijft de gelejassenparade verder deinen. Via de filter van mijn queestesbril dienen de gele regenjasjes zich als een diavoorstelling aan op mijn netvlies. In mijn belevenis torenen de mensen in geel meters boven de anderen uit. Het is ik, die gele regenjassen en de kleurloze massa van de rest. Een overzichtelijke wereld. Het geheime verbond van de alom vertegenwoordigde gele jasjes, zonnetjes in de regen.

Pas tijdens het optreden van Torres, op de derde dag van het festival, verbrak iemand mijn bezwering:

‘Waarom fotografeer je eigenlijk geen blauwe jasjes.’ zei het gele meisje. En vanaf een heuvelrand, uitkijkend over de bosvallei, zag ik het ineens: in het publiek hadden blauwe regenjassen duidelijk de overhand.

Als bij toverslag overzie ik ineens het geheel weer. Mijn speurtocht is ten einde. Tijd voor een biertje.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door hard//hoofd, online tijdschrijft voor kunst en journalistiek.