Door Joost van Beek

Bart van den Hoogenhoff

Foto's door Melanie van Leeuwen (Typhoon) en Bart van den Hoogenhoff (Girl Band)

Als zijnde een paus verschijnt hij voor een ruitje hoog in de Nicolaaskerk. Twee grijzende dames beginnen te springen als bakvisjes, hopend op een blik van herkenning. Ze ontmoette hem eerder vandaag, ergens op zee. Een rij van honderden wachtenden meandert door het dorp, iedereen wil hem zien.

Typhoon is een Bekende Nederlander geworden. Het animo voor zijn verrassingsoptreden in de dorpskerk is zo groot dat hij besluit een extra show in te lassen. Als tweede lichting 'lucky few' betreden we Gods eilandwoning. Dan nog drukken er natte neuzen tegen de kerkramen.

Typhoon is een man met een boodschap. Tussen de houten gewelven en vergulde kroonluchters spreekt hij tot ons. De predikant; zijn woorden vandaag slechts ondersteund met gitaar en altsaxofoon. Toch knap hoe hij zo geloofwaardig zijn eigen beslommeringen, twijfels en hoop weet te collectiviseren en te verpakken in een überpositieve levensbeschouwing. In niets is hij nog de naar binnen gekeerde, gefrustreerde stotteraar van een aantal jaar terug. Hij grapt erover; 'Ik ben mijn straatcredibility al lang kwijt'.

Vanmiddag brengt hij zijn teksten voornamelijk zingend, maar geeft ze een stevige flow mee. Nummers als 'Liefste' en 'Hemel Valt' worden meegezongen psalmen, terwijl 'Bumaye' en 'Zandloper' gospelvibes brengen. We dansen op de houten kerkbanken. Ty zoekt interactie en bedt persoonlijke anekdotes in zijn liedjes. Reken maar dat dit een voorproefje van zijn aanstaande theatertour is. Afgaande op vanmiddag gaat die heel bijzonder worden. Typhoon; de koning, de keizer, de motherfucking admiraal.

Typhoon begint zijn setje met Van De Regen Naar De Zon (en andersom). Zo is het maar net vandaag. Bewilder kampt er nogal mee, maar frontman Maurits Westerik (voorheen van GEM) nodigt zijn publiek gewoon uit op het podium aan de Fortweg. Een jonge papa en zijn kids nestelen in een hoekje. Bewilders album Dear Island ontstond op ‘Vlie', It's all in the name. De band brengt strakke, ambachtspop met een scherp randje. Mooie kennismaking.

Regen maakt langzaam plaats voor waterige zonnestralen en het Amsterdamse MY BABY brengt haar rappe, maar vlakke bluesrock met rugdekking van een oranje zonsondergang. Voor mij staat de vrijdagavond in het teken van een drietal gruizige gitaarbands, te beginnen in de Bolder met WAND; een fuzzy, psychend garagegezelschap uit Los Angeles. Het viertal trapt af met smerige heavy metalriffs- en solo's, maar laat al snel zien een dynamische liveband te zijn. Dat WAND technischer is dan de meeste genregenoten blijkt als het viertal een korte interpretatie van The Doors' 'The End' speelt. De sixtiesklassieker wordt ingeleid met subtiel bekkengestreel, de frontjongen behandelt zijn gitaar zowel met minachting als genegenheid. Die psych-invloeden komen vooral uit zijn keel: zijn stem golft hoog over het fuzzgeweld. Ty Segall gaf zijn zegen al aan WAND, vanavond knikken wij instemmend.

Een kereltje, hooguit een jaar of tien. Zijn mond hangt open, hij staat genageld aan de houten vloer van het Sportveld. Op veilige afstand van Savages. Zijn blik richt zich op frontvrouw Jehnny Beth die kermend over het publiek kruipt. Het haar strak naar achter gekamd, haar ogen opengesperd in een wit, spits gezicht. Net zoals de rest van de band is ze gehuld in een donkere outfit. Als ze haar jumper openritst komt een zwarte bh tevoorschijn. Ze is sexy, maar je zou geen woord met haar durven wisselen. Savages' furieuze postpunk moet even landen maar wanneer de dames de finale van hun set ingaan kolkt het vooraan. Beth scandeert haar woorden steeds hoger en furieuzer en heeft een beangstigende 'delivery'. Savages is de meest dreigende girl band van nu.

Hoe fout kan die groep Ieren die in De Bolder wacht het dan ook hebben. Ze doopten zich tot Girl Band, een ironische knipoog omdat ze juist géén 'meisjesmuziek' maken. Frontman Dara Kylie heeft wat van een langstudeerder met driedagenbaardje. Wanneer hij zijn pullover uittrekt komt een wijd, verkreukeld overhemd tevoorschijn. Girl Band brengt ziedende hardcore en noise, vaak ontdaan van kop en staart. In Kylies keel is schuurpapier gevormd; de cover van bassproducer Blawans 'Why They Hide Their Bodies Under My Garage' brengt hij schor en raspend. Sowieso refereert Girl Band -subtiel- aan elektronische beukproducties. Gitaarpartijen klinken soms als net niet uitgevaagde zuigsynths, de baslijnen kunnen uit lompe dubsteproducties geplukt zijn. Op momenten helpt Girl Band clubtracks aan gort en vangt ze in doorgeflipte hardcore en noise. Voor het podium raast een pit. Het zijn de meisjes die het lijpst dansen.

Rode fietslichten verlichten het fietspad langs de Waddenzee. All Is Dull van De Staat echoot door de duinen. Onder een sterrenhemel geeft de Nederlandse rockband onder een voorproefje van de nieuwe plaat. Torre Florim zingt een cynisch 'Lalieladie, lalielada'. Doorbraaksingle 'The Fantastic Journey Of The Underground Man' blijkt nog steeds goud, later gaat De Staat deze speelse -maar strakke- show uit met een ode aan Neerlandse hardcore.

Gegabber aan de Fortweg.