Duinbericht #3: De Bloedstollende Detective
Door: Teddy Tops
“Nog een keer!” Schreeuwt een dorpeling het uit, in de richting van de muzikanten op het kleinste podium van Vlieland, middenin het bos. Voor de drieëndertigste keer zetten zij Welcome to the Jungle in. Muzikanten, schrijvers, kunstenaars, jong, oud, ze hebben van het eiland een jungle gemaakt waar je slingert van de ene ontmoeting in de andere verrassing. Vier uur lang Guns n’ Roses, vijf uur lang wandelen langs kunst, een nachtelijke vlaggenroof, verdwaalde dichters – niks is ze te gek.
In het pittoreske politiebureau zit DSI Walden nog altijd naast de telefoon. Alle agenten zijn ingezet dit gehele weekend. Niet omdat hij zich ergens zorgen om maakt - in tegendeel: in het eerste weekend van september wil iedereen elk jaar werken. Handjes schudden, mensen ontmoeten, een kijkje nemen in de pop-up-jungle. Zijn hele team is hij dagenlang kwijt aan weedburgertentjes en praatgrage vrijwilligers.
“Op dit eiland wonen geen mannen die onderzeeërs bouwen, geen elektriciens met andere bedoelingen”
DSI Walden klapt zijn laptop waarop een potje Patience te zien is, dicht. Hij weet ook– zelfs dit weekend, zelfs wanneer al die vreemde dorpelingen uit hun tenten en hun blokhutten gekropen komen, wordt zijn Vlieland geen bloedstollende detectiveserie. Op dit eiland wonen geen mannen die onderzeeërs bouwen, geen elektriciens met andere bedoelingen, hier werken eerlijke mensen, hier hebben we visnetten als decoratie in onze achtertuinen hangen en gillen alleen de meeuwen.
Bij de jeugd van tegenwoordig, die in hun eigen hangout (volwassenen niet toegestaan!) in het Sportveld chillen, zou een wietlucht te ruiken zijn. Helaas wordt Walden de toegang streng ontzegd. Hij wandelt verder, schopt wat dennenappel aan de kant – daar kun je akelig over struikelen – en kletst wat met een vrouw die op een ladder appels zit te schillen. Fiets over het schelpenpad. Ademt nog eens diep in. Hoort Spinvis, en zet uit volle borst het lied Bagagedrager in. Onderweg groet hij zijn eigen eilanders, en de mensen van de tijdelijke jungle. De zeedennen ruisen, ze steken fier omhoog, de kruin in de wind. Ook vandaag geen zeeden-delicten om aan te geven, denkt hij. Hij gniffelt om zijn eigen grapje. Via de Sonic Fields en My My My Serpentine, voorbij Rederij Doeksen, komt hij terug op zijn post. Hij doet de deur achter zich dicht en klapt zijn laptop weer open.
Patience.
We got fun and games.