Het veelgelezen oesterverhaal van een tijd terug liet maar weer zien dat weemoed voor de Wadden een wijdverbreid fenomeen is. Nou lijkt vakantie in eigen land voor komende zomer het devies, dus er zijn mogelijkheden. Nog een les van doorgewinterde Wad-wandelaar Marian dan maar? Bij een tocht over de zandbank kun je her en der hoopjes zandslierten zien liggen. Hartstikke schone en zuurstofrijke voeding voor de zeebodem, zo blijkt.

Op het Wad woedt een genadeloze strijd: op de zandbanken is het een kwestie van eten of gegeten worden. De wadpier, een worm die leeft in graafgangen van wadbodems, is de verliezer in dit verhaal. Het dier is voedsel voor veel andere zeedieren maar is tegelijkertijd onmisbaar voor de gezondheid van de zeebodem. Zonder de pier zou het een onvruchtbare en levenloze toestand zijn op het Wad. 

De veel geziene spaghetti-hoopjes op het wad zijn uitwerpselen van de wadpieren. Schoongemaakte modder zou je het ook kunnen noemen. De wadpier zit in U-vormige tunnels in de bodem, waar hij aan beide kanten uitsteekt. Zijn voedsel bestaat uit micro-organismen die afkomstig zijn van de modder waarin hij leeft. Deze modder eet hij op, wordt verwerkt in zijn darmstelsel, en het zand dat uit hem komt is gereinigd en voorzien van zuurstof. De hoopjes zijn op die manier dus gereinigde stukken wadbodem. 

Wadwormen en landwormen zijn voor de mens misschien geen geliefde dieren, onmisbaar voor het leven op aarde zijn ze wel. Per vierkante meter op het Wad zou je wel honderden hoopjes kunnen tellen. Probeer dit eens te vermenigvuldigen met het totale oppervlak van het Wad, van Texel tot aan de Deense Waddeneilanden, dan raakt de tel al snel zoek.

Marian Woestenberg van Woesties Vlieland vertelt graag meer over het leven op het Wad: woesties@hotmail.com