Foto door: de bassist van Josef Salvat

'Waar heb ik m'n fiets nou ook weer gelaten?' mompelde Nico, toen we het sportveld verlieten. 

'Bij de bouwlamp, tweede rechts na Stout Konijn,' zei Henk, 'kopje er bijhouden, Nico jonge.'

'Het is niet normaal,' zuchtte ik, 'ik heb nog nooit zoveel fietsen bij elkaar gezien...'  

'Ik zeg: volgend jaar Vlieland auto- én fietsvrij,' zei Hobbe, 'het is hier allemaal gemakkelijk te belopen.'

Na het mooie, maar ook wat chagrijnige Black Angels (er kon geen enkel glimlachje van af bij de psychedelische spacerockers uit Texas) op de Tokkelbaan stonden we voor de keus: hier blijven voor de Tindersticks of naar de ons onbekende Australische singer-songwriter Josef Salvat op het Naar Buiten Podium.  Na ampel beraad kozen we voor de Aussie die, zo stond in het programmaboekje, een hypermoderne crooner was.

Het was al lekker druk bij Naar Buiten. Alle mensen zaten op het zanderige gras.  We gingen helemaal vooraan zitten. Een man in hip rockkostuum (grote baard, zwart t-shirt, gympen, veel ringen om de vingers) soundcheckte zijn bas,  en electronische sample-shit. 

'Zou dat Josef zijn?' vroeg Rob.

'Nee, dat is gewoon de bassist,' zei Henk, die zelf in zijn vrije tijd ook gewoon bassist is. 

Er ging een licht gejuich op.  Een keurig heertje (1.72 meter schat ik) in een lichtblauw pak met deftige schoenen verscheen op het podium.  Daar was ie: Josef Salvat. Hij glimlachte verlegen. De bassist drukte op wat knoppen. Beats, piano's en synthesizers klonken uit de speakers. Josef pakte de microfoon uit de standaard. De verlegen lach veranderde in een zelfverzekerde oogopslag.  Hij wiegde even met z'n heupen en meteen gingen mensen staan, rij naar rij, als deden we allemaal de wave in een voetbalstadion. Josef begon te zingen. En hoe! Hij croonde en danste met een overgave als Brian Ferry,  Morrissey en David Bowie in hun beste dagen.  

Toen het eerste lied was afgelopen, ging het Naar Buiten dal helemaal los. Josef wist niet wat hem overkwam.  Na enkele, gestamelde dankwoorden, vertelde hij, dat dit zijn eerste optreden in Nederland was.  Na ieder nummer werd de sfeer overweldigender. Deze breekbare gentleman die helemaal in zijn dramatische liedjes opging, maakte iedereen de kop gek, met name de dames.  

Tijdens het een-na-laatste nummer voltrok zich een eerste emotionele ontlading.  Een blonde vrouw van in de dertig sprong het podium op, omhelsde Josef hartstochtelijk en - ze was een kop groter dan Josef -  tilde hem hierna onder uitzinnig gejoel voor een paar seconden boven haar hoofd. 

Na afloop waren Nico, Henk, Hobbe, Rob en ik het er snel over eens: dit was misschien wel het mooiste optreden in vijf jaar Into The Great Wide Open.

MEINDERT TALMA