Kritisch over duurzaamheid
Op Vlieland kan er in ieder geval nog het nodige verbeterd worden, zo merkten wij. Bijvoorbeeld afvalscheiding. In plaats van dat het plastic keurig van het papier en karton werd gescheiden, belandde alles tot voor kort in dezelfde container in Harlingen. Het was de aanleiding voor het oprichten van Lab Vlieland, een stichting ter bevordering van duurzaamheidsoplossingen. Het eerste wapenfeit is de plaatsing van zogeheten ‘wormenbakken’, een fenomeen wat zich laat beschrijven als een composthoop, maar dan binnen. Het idee is even simpel als effectief: wormen verteren het gft-afval.
Eigenlijk zit de journalistiek veel te veel op de macht, waardoor je geen objectieve verhalen krijgt
Een ander verbeterpunt zit er in de manier waarom media over thema’s als duurzaamheid schrijven, vindt Peter Boorsma, team-lid van Into The Great Wide Open. “Eigenlijk zit de journalistiek veel te veel op de macht, waardoor je geen objectieve verhalen krijgt,” vindt hij. “Dan is er nog het probleem met de tijdsgeest. Alles moet snel, waardoor mensen geen tijd meer hebben voor achtergrondstukken.” Het leverde de aanleiding voor een duurzaamheidsproject gericht op onderzoeksjournalistiek, een samenwerking met Marc Josten en Misja Pekel, van Argos. Iedereen met een goed idee voor een kritisch journalistiek onderzoek gericht op duurzaamheid kon zich inschrijven, en Into The Great Wide Open selecteerde uiteindelijk vier ‘winnaars’: Sofie Blom, Yoni Gottlieb, Maaike Hoffstedde en Jan van Kampen. Zij doen allen tijdens Into the Great Wide Open onderzoek naar duurzaamheid.
Datingsites, Tinder, Grinder: het lijkt de laatste tijd eerder regel dan uitzondering dat koppels elkaar online leren kennen. Dat het echter ook nog op de klassieke manier kan, blijkt uit het verhaal van de Joodse Yoni Gottlieb (32) en Sofie Blom (30) uit Amsterdam. Ze leerden elkaar kennen terwijl ze beiden een reis door Brazilië maakten. Gottlieb heeft zijn stad Tel-Aviv inmiddels verruild voor de Nederlandse hoofdstad, en tijdens Into The Great Wide Open vormen ze een journalistiek koppel. Het zal geen verrassing zijn dat hun onderwerp iets van doen heeft met ‘reizen’.
“We houden veel van reizen,” begint Blom. “Op dit festival zijn ook veel mensen op reis. Mensen komen hier voor een korte tijd en hebben accommodatie nodig. Wij vroegen ons af hoe duurzaam hotels, hostels en campings eigenlijk zijn en of mensen daar ook echt in geïnteresseerd zijn. Doen ze mee als je ze aanbiedt duurzaam te zijn? En in hoeverre willen hotels eigenlijk écht duurzaam zijn? Blijft het vooral bij kleine zichtbare marketingdingetjes, zoals dat je de handdoeken twee keer kunt gebruiken, of gaan ze daadwerkelijk voor duurzaam?”
“Als case study nemen we Camping Stortemelk,” vult Gottlieb aan. “Hoe zit het daar bijvoorbeeld met afvalscheiding en is het eten voldoende biologisch?” Blom: “Daarnaast willen we de festivalorganisatie vragen in hoeverre ze rekening houden met hoe groen de accommodatie is op Vlieland. Overnachtingsplekken zitten niet bij het festival in, dus heel veel mensen slapen gewoon in een hotel. In hoeverre probeert het festival hen te beïnvloeden duurzamer te zijn?”
Maaike Hoffstedde (32) uit Amstelveen werkt als freelance journalist bij de financiële redactie van De Telegraaf. Haar oog viel op een recente kwestie in haar eigen thuisstad.
“GroenLinks wil in Amstelveen graag het bestrijdingsmiddel RoundUp verbieden,” legt ze uit. “Ze zijn daar al een paar jaar mee bezig en ik zie op Facebook de nodige petities voorbij komen. Het probleem is echter dat er ondertussen niets mee wordt gedaan. Het wordt niet duidelijk gemaakt naar de mensen en daar tegenover zetten er niet genoeg mensen vraagtekens bij dit onderwerp. Amstelveen zit ondertussen in een eindrace om de groenste stad van Europa te worden. Terwijl ze dus wél een giftig bestrijdingsmiddel gebruiken om de staten onkruidvrij te maken. Ik vind dat dubieus. Ik wil me nu bezig houden met de vraag waarom dat verbod er maar niet komt. Is het een geldreden? Hielden de verkiezingen ze tegen? Ik wil weten waarom de gemeente zich profileert als duurzaamste stad, terwijl ze de straten waar de kinderen op spelen volspuiten met gif.”
Jan van Kampen (23) uit Beverwijk is zoals ze dat in de vakliteratuur noemen ‘tech-savvy’. Hij heeft zijn eigen bedrijf en maakt apps voor start-ups. “Hierdoor heb ik heel veel telefoons, computers en tablets en staan er bij mij dus vrijwel de hele dag twee beeldschermen aan,” vertelt hij. “Toen ik nog thuis woonde kreeg ik wel eens het verwijt dat ik het meeste stroom in huis zou gebruiken. Nu ik sinds een jaar op mezelf woon, merk ik dat ik maar een vijfde tot een tiende verbruik van wat een gemiddeld huishouden doet. Ik vroeg me af hoe dat kon, want ik doe er helemaal geen moeite voor. Er zou dus ook iemand moeten zijn die het gemiddelde naar boven haalt.”
“Ik besloot eens rond te gaan kijken bij mijn familie in huis en merkte dat zij bijvoorbeeld een verouderde koelkast hebben,” vervolgt hij. “Toen ik op mezelf ging wonen, kocht ik een nieuwe koelkast. Er zit een heel verschil in duurzaamheid tussen een oude en nieuwe koelkast. Een ander voorbeeld: toen ik op mezelf ging, waren er geen gloeilampen meer te koop, terwijl er bij oudere mensen vaak nog heel inefficiënte spaarlampen hangen. Onbewust worden wij dus veel duurzamer. Daarom wil ik een online enquête gaan bedenken waarin ik mensen vraag van welk merk ze hun witgoed hebben en uit welk jaar het komt. Mijn televisie was zes jaar oud en die heb ik vervangen voor een nieuw model dat twee keer zo groot is. Maar die verbruikt wél 80 procent minder stroom dan het oude model. Ik hoop er uiteindelijk achter te kunnen komen of jongeren gemiddeld gezien minder stroom verbruiken dan ouderen.”