Door Marjolijn Boterenbrood

Op verzoek van Into The Great Wide Open is beeldend kunstenaar Marjolijn Boterenbrood op Vlieland om onderzoek te doen voor een project in 2021. Haar werk is altijd het gevolg van onderzoek naar een plek: een park, een vallei, een stadsdeel of een eiland. Ze ziet haar werk als een proces van verzamelen, wroeten, spitten, zaaien, mesten, laten groeien, uitbroeden, oogsten, vieren doorgeven en delen. Een eiland is met z’n begrenzing en relatieve isolatie een bijzonder onderzoeksgebied. De uitdagingen waar Vlieland voor staat, de kwetsbaarheid in deze tijd van zeespiegelstijging zijn dringend en actueel.

Ze start met 'veldwerk'. Ze gaat op zoek naar fenomenen van het eiland, naar wind en storm, het zoute water, getij, golven, regen, micro-organismen in de grond. Met als doel een beeld te krijgen van processen van het eiland en de betekenis ervan voor bewoners. In gesprekken met de boswachter, de marinebioloog, de imker, de taxichauffeur, de ecoloog en de militair praat ze over de betekenis die het landschap voor hen heeft. Hoe verbinden zij zich met het landschap, wat is hun kennis? Wat horen, zien of proeven zij? Hoe geven zij betekenis aan hun omgeving? Met de schrijfster Vonne van der Meer - in haar oeuvre zijn een aantal boeken gesitueerd op Vlieland - gaat ze een samenwerking aan zodat een poëtische taal deel wordt van dit veldwerk. 

Hoe trekt het landschap van Vlieland zijn sporen? Letterlijk wil ze proeven doen met de materie van het landschap - zout, aarde, zand, klei, wier, was en honing. Ze wil experimenteren met drijvend papier in de golven, met textiel dat ze in de bosgrond begraaft, met houtskool dat de woeste wind noteert. Om zo te proberen te ontdekken hoe de fenomenen - golven, wind - een eiland-oeuvre kunnen maken. 

Haar vorige projecten. Het proces van de Partituur van Zoet en Zout 2015-2018 onderzoekt het landschap van Schouwen Duiveland en de ervaring van leven met zoet en zout van dit eiland. Ervaringen van onder anderen de mosselvisser, de boer, de duiker, de ecoloog en de bijenhouder. In dit project liet Boterenbrood haar werk direct beïnvloeden door wind, zout kwelwater en klei. Met haar laatste residentie - in 2019, in Knockvologan op het eiland Mull in Schotland, bij Miek Zwamborn en Rutger Emmelkmap, eilandkunstenaars van Into The Great Wide Open in 2018 - vroeg Boterenbrood zich af hoe ze nog directer vanuit het landschap werk kon laten ontstaan. Ze zocht manieren om ervaringen van het geweld van storm, regen, de beweging van de golven en de deining, steenhard graniet en het zachte veen zo direct mogelijk vast te leggen. 

De komende tijd reist Boterenbrood meermaals naar Vlieland om aan dit project te werken. Hieronder houdt ze nauwgezet haar ervaringen bij.

Blog 6

3 september: Vloedlijnen in het bos
Het festival ging weliswaar niet door maar de ITGWO organisatoren gaven mij de kans tevoorschijn te toveren wat ik in gedachten had: het stijgen van de zeespiegel voelbaar maken in het bos. Beelden van de vloedlijnen die ik dit jaar maakte volgen elkaar op in een video. Dit werd geprojecteerd in het bos. Een zuchtje wind maakte ‘t poëtischer dan ik kon bedenken. Ontstaan met medewerking van Menno Otten en Bureau van Koud en Ongelijk.

2 september: Vloedlijnen 
Hier zie je een aantal van de Vloedlijnen die de basis vormen voor de film die in het bos voor publiek getoond zou worden als het ITGWO-festival doorgegaan zou zijn. Deze vloedlijnen zijn gemaakt van veenbessen, duindoorn, zeewier en rozenbottel. Deze ‘overvloed’ maakte dat ik overdacht waarmee je nog meer zou kunnen overleven op Vlieland: hazelnoten, wilde kastanjes, vlierbes, lamsoor, zeekraal, zeekool, appels, bramen, pruimen, zevenblad, duizendblad, sleedoorn, honingklaver, honing, eend, konijn, geit, garnalen, mosselen, gapers, oesters, kokkels, alikruken, bot, tong, harder, zeebaars, kreeft, schar, spiering, geep, puitaal en niet te vergeten: zoet water. (Met dank aan Bojan Bajic).

1 september: Projecties op de Waddijk
Van binnenuit het huisje projecteerde ik de Vlieland-beelden die ik dit jaar verzamelde, Huid van het eiland, Voelsprieten van het eiland, het Wandelend eiland, Vloedlijnen, Nachtbeelden, Wadsporen, Wierstenen en Wassend water.

31 augustus: Tromp’s Huys
In het Tromp’s Huys staat ook de tekenmachine waarop de bezoekers hun persoonlijke kaarten tekenen.

30 augustus: Sporen
In het Tromp’s Huys is een tentoonstelling. Met zandsporen en helmgrastekeningen.

Tussen de oude zeekaarten hangen mijn Vlielandkaarten: een nachtpadenkaart, een wandelend eilandkaart, de regenkaart van Vlieland en de Vlielandwoordkaart. Die laatste is ontstaan met medewerking van Vonne van der Meer en Willem Jan Otten.

29 augustus: Onderwaterwerk
Wat zou er onderwater op de metalen plaatjes gegroeid zijn? Ik hing ze in maart in het zoute water van de haven. Ze zijn loodzwaar geworden. Met marien bioloog Lars Kuijpens, kijken we. Het overtreft m’n stoutste verwachtingen. Er groeien zakpijpen en weerbomen op en daartussen kreeftjes, kril, garnaaltjes, zeesterren, zeepokken, spookkreeftjes, krabbetjes. Zakpijpen zijn, in de evolutie, de eerste levende wezens met een zenuwstelsel, met een mond en een kont. 

28 augustus: Golf 
Als ik de fenomenen van het eiland het werk wil laten maken, probeer ik ook een golf te ‘vangen’. 

27 augustus: Betzy Akersloot en Marjolijn Boterenbrood
Net als Vlielandse schilder Betzy Akersloot Berg, zie ik het hele eiland als atelier. Betzy (1850-1922) schilderde de golf maar ik laat de golf zichzelf afdrukken op papier. Zie ook de salon op Mister Motley

26 augustus: Dood
Onder de dieren wordt er veel gestorven op het eiland.

25 augustus: Vloedlijnen
Blauwalg?

24 augustus: Huid
Huid van het eiland

Blog 5

27 maart: De Wadden
In maart hoor je de kievieten weer terugkeren, ik zie een eerste lepelaar. De bruine kiekendief is gespot. Het gebied waar ik de laatste tijd dag en nacht de getijden volg, het wad, is deel van een veel groter gebied dat doorloopt tot voor de De Deense kust. Het bevat een enorme biomassa, vergelijkbaar met die van de Amazone. Vlieland is een van de in totaal 50 eilanden en hoge platen in dat gebied. De Wadden liggen op een een van de drie grote trekvogelroutes in de wereld. Honderdduizenden vogels foerageren, rusten en broeden hier. De ecologische betekenis reikt dan ook veel verder dan de noordrand van West Europa, het is de tussenstop op de trekroute tussen Siberië en West en Zuid Afrika. Dit ondiepe water is een van de voedselrijskste gebieden van de wereld en kraamkamer van haring, bot, schol en tong. Onze laatste wildernis. 
 

Het gebied is kwetsbaar. Ik vraag me af of mijn generatie een van de laatste zal zijn die het wad zo ziet. Het gebied ligt tussen de meest bevaren scheeproute en de grootste industriële centra van Europa. Kwetsbaar is het wad ook door de jaarlijkse zeespiegelstijging (van circa 1,5 mm). Steeds grotere oppervlaktes aan bij eb droogvallende platen verdwijnen. Juist die droogvallende platen zijn van groot belang als voedingsgebied voor vogels. Daarnaast dreigt in de Waddenzee het gevaar van bodemdaling door gasboringen. In combinatie met de zeespiegelstijging is dat een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van de Wadden.
 


26 maart: Onderwaterwerk 
In de haven van Vlieland hing ik aluminum plaatjes in het bremzoute water. Ik ben benieuwd wat er op gaat groeien. Op Schouwen Duivenland deed ik eerder een vergelijkbaar experiment
 



Op Vlieland was deze vondst mijn inspiratie: een gejut aangespoeld visserskrat. Ook in de Amsterdamse haven bij Mediamatic zal binnenkort een brak-zoetwater tegenhanger van dit zoute onderwaterwerk worden opgehangen. 
 


24 maart: Deinschrift
De deining tekent zijn sporen, op aquarelpapier vang ik het schrift van de zee. 
 


20 maart: Deinzee
Een grafietblok aan een driepoot op een vlot tekent de Deinzee op papier. 
 


16 maart: Gronddoek
Mijn idee is om het eiland zelf op verschillende manieren tekeningen te laten maken. De golven, de deining, het wad, de regen, de storm en het helmgras tekenen. Ook werk ik met de micro-organismen in de bodem. Op het terrein van Staatsbosbeheer begroef ik een linnen doek. Daarop maakte ik vooraf met bijenwas een tekening van schuim op water. Een maand lag het doek onder de grond. Toen groef ik het voorzichtig uit om te kijken in hoeverre de tekening was weggegeten door bodemdiertjes en schimmels. 
 


14 maart: Op de vloedlijn
De vloedlijn blijft me verrassen, steeds andere lijnen vertellen verschillende verhalen van het eiland: achterblijvend wier in symbiose met vislijnen, in het water terechtgekomen bessen, schuim dat door ijzeroxide rood is gekleurd. 
 


10 maart: Paden
De paden van Vlieland tekenen hun eigen weg. 
 


19 februari: IJsbreek driehoek
IJsschotsen van het wad nam ik mee het atelier in om te kijken hoe de schotsen op papier zouden smelten. Ze vielen echter in stukken uiteen en dat levert ook weer een mooi ijswerk op. 
 


18 februari: IJseilanden 
Bevroren plassen lijken ogen die terugkijken naar mij. 
 

Blog 4 

17 februari: Nacht

De dooi is ingetreden, het kruiend ijs verdwenen. Zal het weer minstens 10 jaar duren dat we weer een dergelijke vorstperiode mee maken? De opwarming van de aarde geeft niet veel hoop. De sterren blijven wel. Op deze foto met de gloed van de afsluitdijk op de achtergrond.



16 februari: Sneeuwpaden
Eerder vertelde ik in dit blog over de door het licht van de sterren oplichtende paden. Met sneeuw reflecteert nog meer licht. Besneeuwde ‘haarvaten’ van het eiland. 



15 februari: Arctic Vlieland V
IJs-eilanden II.



14 februari: Door het ijs
Op een onbezonnen dwaaltocht zak ik door het ijs. In een stuk bos raakte ik door de sneeuw het pad kwijt. Om terug te komen naar de weg stak ik dwars door. Het bos was echter niet erg toegankelijk. Tussen stugge takken door zocht ik m’n weg maar het bleek een moeras. Het ijs onder de sneeuw kraakte vervaarlijk, een paar keer werd het slootje springen. Met houvast aan takken en bomen kwam ik verder. Tot ‘t moerasijs onder me in stukken brak. Ik hing nog wel even aan een stevige tak, maar moest loslaten en zakte door het ijs. Het koude water stond tot boven mijn knieën, het gebroken ijs in grote stukken verticaal naast mijn benen. Het deed me denken aan het springen over bevroren slootjes in Waterland ten noorden van Amsterdam. Daar woonde ik tot ik zes was. Op een zondag was ik daarbij achtereenvolgens met mijn gewone schoenen, mijn winterschoenen en tenslotte mijn kaplaarzen door het ijs gegaan en toen mocht ik niet meer naar buiten. Dat was voor mij een heel erge straf.



13 februari: Kruiend ijs
Het uitzicht vanuit het atelier, ik kijk uit op het stromen van het ijs. De strekdam is met moeite te bereiken, ik klim over grote schotsen en sneeuwbergen. Op de kop van de dam hoor je de schotsen tegen elkaar stuiken en over elkaar schuiven. De sterke ebstroom voert het ijs en sneeuwbergen van de wadplaten mee.




12 februari: Bevroren voelsprieten van het eiland
De strekdammen als voelsprieten van het eiland. Hun speciale synapsen en papillen bedekt met ijs. 



11 februari: Sneeuw-universum



10 februari: Periscoop
Heldhaftig steken grassen hun kop boven de sneeuw uit, de ijswind in. Net antennes. 



9 februari: Arctic Vlieland IV
Kwelwater neemt het ijzer dat in diepere aardlagen zit mee omhoog. Met mooie patronen tot gevolg.



8 februari:  Arctic Vlieland III
IJs-eilanden. 



IJswerk.



7 februari: Arctic Vlieland II
Loeiende oosterstorm brengt sneeuw. Je vingers vriezen van je lijf als je niet oppast.



6 februari: Arctic Vlieland I
Langzaamaan wordt alles ijzig. De kieviten vertrekken, met de vorstgrens mee naar het zuiden. De op het eiland gesignaleerde koolmezen en roodborstjes uit Siberië nemen hun plek in.

Het is een bijzondere ervaring om alle veranderingen van de eerste vorst, aangroeiend ijs, ijsgang, kruiend ijs, paksneeuw, sneeuwstorm, slurpende smeltsneeuw tussen krakende ijsschotsen, zoutwaterijs en rijp naar ijzel en dooi van zo dichtbij vanuit het atelier van Betzy Akersloot Berg mee te maken, te observeren en de arctische kou te ondergaan. 



5 februari: Sneeuwwerk
Sneeuwwerk: Sneeuw als onbeschreven blad. 



De wind slingert een grafietbol door de sneeuw. 



Oostindische inkt in een spons maakt een spoor als de slinger van Foucault.



4 februari: IJs-partituur
Of een choreografie? Je zou er een muziekstuk van kunnen maken.



3 februari: Zandhuid
De poolwind en sterke stromingen vormen een nieuw soort zandgolven.



2 februari: Vorst 
De barre kou tekent kippenvel op de huid van het eiland.



Blog 3

7 oktober: Strekdammen
Bij eb zie ik de huid van de strekdammen, als voelsprieten met speciale synapsen en papillen.



4 oktober: Huid
Huid is een zintuig, sommige dieren ruiken, voelen en proeven met hun huid. Ik zie het eiland als een lichaam met kippenvel, rimpels, vlekken, papillen, poriën, haarvaten, pukkels en littekens. Zie de zandgolven, de zand-wind-veren achter een schelp, zeepokken, wadslib met de vogelpootafdrukken, gouden en zilveren dennennaalden op de paden en de gele steentjes van kerk en plein.



30 september: Eilanddichter
Gerda Posthumus is eilanddichter, het eiland is haar inspiratiebron. Ze schreef twee bundels over Vlieland: Zeisend Licht en Deining Rimpeling Onderstroom. Ze zwemt elke dag van het jaar, dus ook in de winter, in zee zodat ze het omringende water bij eb en vloed, elke dag tot in haar poriën voelt tintelen. Aan de hand van gedichten van Slauerhoff kan je met haar een wandeling maken langs de plekken die voor hem van belang waren op Vlieland.



29 september: Verdronken dorp
Tegenwoordig kent Vlieland één dorp. Aan de westkant van Vlieland lag nog een dorp, redelijk welvarend met vruchtbaar achterland. Het overleefde de steeds veranderende zeestromen en stormvloeden niet. In 1727 verdween als laatste uiteindelijk ook de kerk van West Vlieland in de golven. Door de zee afgeronde bakstenen van de in de zee verdwenen huizen spoelen nog steeds aan.



28 september: Regenwerk
Met houtskool teken ik een kaart van Vlieland. Vervolgens laat ik de regen de kaart transformeren.





27 september: De veerboot
Kapitein Klaas van Randen vertelt: ‘Het ritme van het eiland wordt bepaald door de boot, het ritme van mìjn leven, dat van de bemanning en ook dat van alle andere eilanders. De boot slaapt op het eiland. Met het luide vertreksein van de ochtendboot begint de dag. Toen de boot ooit een keer ‘s ochtends niet floot versliepen de mensen zich.’ Om half elf is de boot weer terug en voert eten, kranten en gasten aan. Dan begint het eiland te leven. De boot is ook nauw verbonden met ophalen en afscheid nemen. Maandagochtend vroeg je kinderen uitzwaaien die tot vrijdag weg blijven om naar school te gaan. Maar er is ook het ophalen van familie en vrienden die je soms lang niet hebt gezien. Gevaarlijk vindt hij het varen niet: ‘Als de boot vol zou lopen met water komt ‘t niet eens tot het autodek, zo ondiep is het wad.’ De toeristen spoelen in golven het eiland op, golven die tegen de herfst verminderen, maar nu, in coronatijd, is er een extra vloedgolf.

25 september: Vliehors
De zuidwestelijke helft van het eiland is militair gebied, NAVO-luchtmacht oefenterrein. Sergeant Rene Bijma is assistent-vuurleider. Er wordt met scherp geschoten en gebombardeerd met explosieve lading, 500 ponders. Door de week, als er wordt geoefend, hoor je denderend lawaai, m’n atelier schudt ervan. De explosiewolken kan je van tientallen kilometers zien. Men blijft zeggen dat de vogels er geen last van hebben. 

Drijfzand is werkelijk gevaarlijk. Zelfs als je het gebied op je duimpje kent. Ondergrondse stromen die het drijfzand veroorzaken, kunnen plotseling op andere plekken opduiken. Laatst verdween de hele tractor van Willem Snel erin. Gelukkig heeft hij een luik bovenin. Zo redde hij zich. De hulpwagen en de politieauto zakten ook weg. Uiteindelijk bood een shovel soelaas.



24 september: Oplichtende paden
Een helderdere Melkweg zag ik zelden. Twan Harmsen vertelde over de door het licht van de sterren oplichtende paden. Over die paden ben ik op zo’n mooie nacht gaan fietsen. Haarvaten van het eiland. 



22 september: Overvloed lijnen
Met deze overvloed van de giften van het eiland maak ik een doek. Ik doop het doek in het ongefilterde sap van achtereenvolgens rozenbottel, veenbes en uiteindelijk duindoorn. Die laatste zie je als de bovenste gele lijn op de foto.



21 september: Overvloed
Herfst-overvloed op het eiland: rozenbottels, duindoorn, veenbes (het rode goud van Vlieland), appeltjes, tamme kastanjes, bramen, paddestoelen, zeesla.



20 september: Vloedlijnen
De zee werpt iedere 12 uur al wat drijft op de vloedlijn: fijn zand, schuim, veren, wier, inktvis-eieren, zaden, plastic, visnetten, bouwhelmen (na de ramp met de MSC Zoe in 2019 ook benzoylperoxide, batterijen, piepschuim, kinderjasjes, fleece-dekens, stoelen en bumpers). 

18 september: Zandgolven
De zandgolven van het wad tekende ik met bijenwas op doek. Ik gaf de tekening terug aan ‘t slik om de zwarte kleikleur op te nemen. Het droogt een beetje bleek op.



17 september: Asfalt-rubbings
De mooie krinkelingen van het op de strekdammen gegoten asfalt neem ik op rijstpapier mee terug naar het atelier. In de harde oostenwind is het een geworstel om het papier op het asfalt gedrukt  te houden. Alsof ik Twister speel hou ik het papier vast met knieën en ellebogen. Daardoor helaas geen foto’s van deze ingewikkelde actie. Met houtskool kras ik over het papier. Wat uitsteekt pakt de kool. De volledig verkreukelde vellen blijken de lijnen vast te hebben gehouden.



16 september: Wad-bodypaint
In navolging van Yves Klein maak ik een paar zoute-klei afdrukken op papier. Yves Klein beschilderde vrouwen met zijn ‘Yves Klein-blauw’ om daarna de vorm van hun lichaam af te drukken op doek. Ik ruik waddig. Tijdens het afspoelen in zee verschijnt er een verbaasde zeehond.



Blog 2

3 september: Strekdammen als voelsprieten van het eiland
Misschien klopt het aantal net niet helemaal maar ik telde 68 strekdammen. Antennes in zee die zich twee keer per dag komen tonen bij afgaand tij.




2 september: Levend Wad
Ochtend met eb. Het wad is dicht bevolkt. Het pruttelt, sprietst, bubbelt, zompt en zuigt. Het wier lispelt. Oesters produceren fonteintjes en schelpen spugen zeewater van onder het zand tot hoger dan m’n knie. M’n voeten voelen veel verschillende soorten oppervlak van het wad: gladde glibberige klei waar je op wegglijdt, harde van schelpen krakend en knarsend,  glijdende, natte, zanderige, wierige, stevige, tussen je tenen opgulpende klei, vette, sponzige, klei zo zacht dat je er helemaal in wegzakt en je schoenen achterblijven in de onderlaag van pikzwart slik. Zagers werken zand omhoog in mooie slierten. Alikruken gaan langzaam algen etend voort. Zandpijpjes steken hun schild de lucht in. Gapers (door ‘Jan de pierenman’ ook wel zeikers genoemd), kokkels en mossels werken aan het filteren van water. 





1 september: Helmgrastekeningen
De scherpe uiteinden van het helmgras zwieren in de wind. Dat zwenken poog ik vandaag vast te leggen.



31 augustus: Huid van het eiland
Op m’n wandeltochten over het eiland kom ik de mooiste oppervlakten tegen. Verschillende structuren met steeds andere texturen.

30 augustus: Eiland als atelier
Het wad en het duin zijn m’n atelier. Ik werk vanuit het ‘dijkhuisje’, maar het werk ontstaat  buiten. 


Abelentekening  
Hier doop ik de topjes van de mooi in de wind wit zwiepende zilverabelenblaadjes in de inkt. Om de tekening te maken.







29 augustus: Stormtekeningen
Gewapend met papier op een plaat hout, touw en houtskool ga ik het Vuurboetsduin op om in de volle wind de zwiepende naaldbomen tekeningen te laten maken. 






28 augustus: Met sterren verlichte schelpenpaden
Twan Harmsen komt al bijna zijn hele leven op Stortemelk, kamperen in de De Waard-tenten, ‘met de kont in de wind’. Hij herinnert zich levendig dat hij als klein kind een enorme groene sprinkhaan zag, met een gebaar van zijn handen geeft hij meer dan 20 cm aan. Hij voelde vrijheid, ‘s nachts de weg terug naar de tent zoeken over de door de sterren en de maan aangelichte schelpenpaden. Met een rubberbootje een zeehond tegenkomen. Hij beschrijft de winter op het eiland mooi: “Het eiland klapt naar binnen toe. De mist, de regen maken het eiland kleiner. De beschutting van het bos. Dan zie je wat ‘t waard is: vier bakstenen muren en een dak."




27 augustus: In de waait open
“In de waait open, ’t lijken wel Duitsers, ze bezetten je eiland, je mag er niet in, je moet nog betalen ook. Ik loop gewoon door”, zo praat Jan Soek, de zeepierenman, over het festival dat dit jaar niet doorgaat door corona.




26 augustus: De visser en het tij
Op het wad zie ik een visser met netten aan ‘t werk. Ik volg hem op de fiets naar de haven. Max Hogerman is staandwant-visser. Hij vangt harder en zeebaars op het wad. “Het tij is m’n klok, dat is het enige dat telt. Met volle maan vangt niet best, afnemende maan is goed. Als je de vis uit het net haalt moet je nog uitkijken, ze slaan je zo voor de kop. M’n collega ging knockout van een klap van een harder. Soms springen ze zo uit ‘t water weg, dan ben je kaduko. Harders komen steeds noordelijker met ‘t opwarmen van de zee, over twintig jaar hebben we hier ook kreeft, zoals in Zeeland."




25 augustus: Wadslik-tekening
Zuidenwind vandaag, sterke geur van zout water. Bij noordwesten wind ruikt het naar dennenbos. In alle vroegte ga ik bij eb het wad op. Met een bewerkte lap stof onder de arm om de tekening met het slik van het wad in de smeren. Te midden van alle vogels om me heen. Vette klei. Ruikt goed. 






24 augustus: Regenkaart van Vlieland
Het stormt vandaag minder, eindelijk hoor ik de vogels ook bij eb. Ter voorbereiding van de eerste tekeningen rasp ik houtskool tot poeder. De poeder strooi ik op de tekening. De regen zet ‘t vast. Bij bui 7 tussen 11.48 en 11.49 ontstaat tekening 1. Met bui 9 en 10  tussen 11.55 en 12.03 ontstaat de regenkaart van Vlieland. 






23 augustus: Zeesla voor de wierkaas uit de bunker
Nils Koster, de kaasmaker is naar eigen zeggen ‘gestrand’ op Vlieland. Hij maakt zijn kaas op de vaste wal en hier rijpt de kazen in de bunker bij de vuurtoren. Van 1953 tot 2011 was de bunker op het Vuurboetsduin drinkwateropslag. Voor die tijd pompte men water op uit (eigen) putten. Toen het waterbedrijf een andere opslag bouwde kon Nils de bunker gebruiken. De zeewierkaas vind ik ongelofelijk lekker. De zeesla wordt hier met de hand geoogst en daarna koud gedroogd.  Het schijnt erg gezond te zijn met veel ijzer, mineralen en vitaminen. De bierkaas is ook erg goed, gemaakt in samenwerking met de bierbrouwerij hier.




22 augustus: Zeepieren 
Jan Soek steekt al zijn hele leven zeepieren. Hij is nu 79, hij was visser. Op steurgarnalen in Engeland. “Daar zag ik orka’s. Prachtige beesten. Ze zwemmen met grote families bij elkaar."

Jan komt van Den Helder. Al op zijn 15e stak hij pieren op ‘t Balgzand. Daar werd tussen de Wieringers, Texelaars en Helders werd gevochten, “wilde gasten, bajesklanten, veel praatjes, ze pikten je emmer met pieren en zagers. Een mooie tijd. Ik verdiende er meer mee dan mijn vader verdiende bij de genie, als zeilmaker. Als ‘t vriest bevriezen de slikzagers, dan worden ze direct slijm.”

Het Tij
“Van het tij kan je niets zeggen. Ook al kunnen ze het tij van over honderd jaar precies uitrekenen en van honderd jaar geleden, maar over het weer weten ze niets. Met oostenwind kan het wad een etmaal droog blijven, met westenwind staat ‘t steeds vol water. Ik heb wel meegemaakt dat er 25 cm water aan kwam rollen. Ik moest hollen. ’t Weer maakt ‘t tij."






21 augustus: Atelier van Betzy Akersloot Berg
In het atelier van Betzy Akersloot Berg aan de Waddijk voel ik mij een gelukkige artist in residence. Ik mag hier dagenlang over het wad uitkijken en alle licht en tij verschijnselen volgen. Ik hoop enigszins in haar voetsporen te treden. Zie deze foto van Betzy rond 1910, werkend op het strand in de storm, zuidwester op, kwasten in de hand. Ook mijn werk speelt zich af in de natuur, buiten, met de omstandigheden. Regen, storm, golven zullen hun sporen tekenen. Lees meer over Betzy Akersloot Berg’s werk in Mister Motley.



Blog 1

26 juni:
Met plastic bezaaide stranden
De stranden lagen, na de noordwesterstorm in januar 2019, bezaaid met plastic troep, sandalen, my little pony’s, kuipstoelen, fleecedekens. Jutten was niet leuk meer, opruimen was weken werk. Aant van der Veen haalde meer dan 1200 plastic kinderjasjes van 't strand. Vandaag verscheen er het rapport over de ramp met de MSC Zoe. De kranten staan er vol mee. Er rolden die nacht in de storm 342 containers met meer dan drie duizend ton lading van het schip voor de kust van Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog. De hoofd scheeps-route van en naar de Oostzee loopt hier, vlak boven de Waddeneilanden. Containers vol met giftige troep belandden in het water: een met Benzoylperoxide, een met 1.400 lithium-ion batterijen en een met 22,5 ton piepschuimbolletjes die nu nog steeds teruggevonden worden op de kusten.

25 juni: Volstrekt onbewezen geneeskrachtig
Met het water uit de enorme zoetwaterbel onder Vlieland brouwt de Serviër Bojan Bajic bier. Op de plek waar hij zijn eigen bron boort vond hij in het zand een stuk glas van een eeuwenoude wijnfles op met Vrouwe Fortuna erop. Godin van het lot. Dit werd de naam van het bier. Met subtitel: volstrekt onbewezen geneeskrachtig. Vanaf 1991 verhuisde Bojan met zijn vrouw Editha van asielzoekerscentrum naar asielzoekerscentrum. Sinds 2001 zijn zij op Vlieland. Van fietsenmaker, kapper, stratenmaker is hij nu behalve bierbrouwer ook ijscowinkelhouder, curator van het filmhuis Podium Vlieland, eigenaar van het mobiele hartjesmuseum en openlucht bioscoop organisator. Eens leefde hij zes dagen van alles van het eiland: pruimen, appels, bramen, duindoorn, zevenblad, rozenbottels, vlierbessen, lamsoren, oesters, kokkels, mossels, bot en bier. Hij viel 5 kilo af.

24 juni: Bruidsvlucht van de bijen
Imker Jan den Ouden heeft een rustig volk. Daarom kwamen er deze week 300 koninginnen van de wal om hier door zijn darren bevrucht te worden. De mannetjes dansen in de lucht. Dat trekt de moer aan. Zij laat zich door zoveel mogelijk darren bevruchten. Dan heeft ze voor haar hele leven genoeg. Over twee weken gaan de koninginnen bevrucht en wel naar de wal terug. Dienstverlening aan 't vaste land. Zelf heeft hij acht volken. In het dorp en in Bomenland. Eigenlijk is het hier nogal schaars wat nectar betreft. In de duinen bloeit niet veel van hun gading. In het vroege voorjaar halen de bijen de nectar uit de bloeiende berk,, voorjaarswilg, krokus, sneeuwroem, paardenbloem, later in het jaar: braam, esdoorn en lamsoor.

23 juni: Voor de kust gezonken schepen en een houwitser
Dirk Bruin kent het eiland op zijn duimpje. De stromingen rond de haven kende hij doordat hij al jong met z’n bootje naar de zandplaat de Richel ging. Hij speelde al vanaf zijn tiende jaar in bunkers en uitgebrand tanks op het militaire oefengebied. Dirk al vanaf heel jong geïnteresseerd geweest in de geschiedenis van het eiland. Hij dook naar voor de kust gezonken schepen, schreef brieven naar de Royal Airforce om contact te krijgen met een vliegenier die op Vlieland gevangen was genomen, correspondeerde met Finse militairen om een in beslag genomen Russische houwitser te kunnen bemachtigen en met op het eiland gestationeerde Duitse mariniers. Al die rijkdom aan kennis, verhalen, documenten en verzamelde objecten brengt hij samen (met anderen) in waddencentrum de Noordwester en het Bunkermuseum.

Duinpan
Om het rood van de kim de hele nacht te blijven zien terwijl de sterren schijnen, het zand door je haren, oren en slaapzak te voelen stuiven en om de zon achter Terschelling weer tevoorschijn te zien komen, slaap ik in de duinen. Een continue dreun van scheepsmotoren rondom en stille zwevende meeuwen boven me. In de vroege ochtend krijgen de sterns het zwaar met hun eigenwijze jongen waarop kraaien en meeuwen azen.

22 juni: Koolmezenonderzoek
Met Jan de Ouden mag ik mee mezen ringen. Hij weegt, meet en ringt ze. Jan doet mee aan een landelijk onderzoek naar koolmezen van het Nederlands Instituut voor Ecologie. Er hangen dikke wolken dansmugjes maar dat eten ze niet, te weinig eiwit. Ze willen dikke vette rupsen aan hun broedsel voeren. Er zijn nu rond de 250 nesten, twintig jaar geleden nog maar de helft. Jan vertelt dat 't met de Wulp en de scholekster niet goed gaat. ‘Door hoe wij met t land omgaan’.

21 juni: Verend mos en stenen
Nog nooit heb ik vrijwel geluidloos over zulk zacht verend mos gelopen. Afdalend van de vuurtoren door een doodstil Vuurboetduinbos naar de waterlelievijver. Langs open landjes met stevige hekken met stenen contragewichten. 

Het wad liert
Het is doodstil. Geen wind. Willem Jan Otten vertelt over zijn eerste ervaringen van aankomen op Vlieland op z’n veertiende: “Het schetterde van de scholeksters. Het was laag water, het lierde. Daarna de overgang naar absolute stilte van de nacht toen het donker werd. Soms hoorde je de hele gang van de  brommer van het Posthuis tot in het dorp. Het laag water èn de branding horen, je oren gedragen zich dan als ogen, ze horen steeds verder, de ruimte wordt groter.”

Vonne van der Meer vertelt over aankomen met de boot en weer de geur ruiken van het wad bij eb. Dat brengt beelden terug van met blote pootjes zompen tussen de bewierde pieren.  “Als ik van de boot afloop komen de herinneringen, 't zijn markeringen van momenten in je leven. Als het warm is de geur van hars, dennen, 't zout en 't zand. Er zijn weinig plekken die ik zo mooi vind.”     

We zwemmen met een zeehond.

20 juni: Drenkelingehuisje
Laat op de dag hobbel ik met de 8 bandige-expeditie-wagen mee naar het zuidwesten, naar immense ruimte van de Robbenbol. De Robbenbol ligt op de Vliehors. De Vliehors is de grootste zandvlakte van Europa, zeggen ze hier. Het lijkt woestijn. Het is militair (NAVO) luchtmachtgebied maar in het weekeinde wordt er niet geschoten of gebombardeerd. Vogels schijnen zich van al dat militaire geweld niets aan te trekken en broeden daar. Het is ook op een ander niveau gevaarlijk gebied. Drijfzand. Slenken en onderzandse meren verschuiven of verplaatsen door stroming en stuifzand. Daar kan je stevig in vast komen te zitten. 
Het drenkelingenhuisje op palen heeft naar verluid al honderd mensen het leven gered. En mooie staketsels van niet meer gebruikte landingssteigers van de boot van Texel.

Jutten
Iedereen jut hier. Aant van der Veen vertelt dat hij op een dag beslist niet naar school te gaan want er ligt van alles op de vloedlijn. Een uur later ziet hij ook zijn leraren op het strand. De gekste dingen spelen aan. Bananen, bouwhelmen, wijnvaten (vroeger), ooit strandde er een Pools schip met gerookte ganzen en ossetongen, kisten met sinaasappelen, bergen kinderjasjes, stoelen, my little pony’s, kunstgebitten, zakken vol hazelnoten (een keer vlak voor kerst), sigaretten van het merk Hollywood, grote hoeveelheden vacuum getrokken blikken havermout. En met de laatste container-ramp ook gif.

19 juni: Steppelandschap van de Vallei van Vianigh
Door leeuweriken begeleid fiets ik tegen de wind in. De duinen zijn wit gespikkeld door meeuwen. Tussen wat geiten door loop ik in een adembenemend onhollands, steppe-achtig landschap, de Vallei van Vianigh. De bomen zijn gehavend en gekromd door de wind als Dividivi-bomen op Curacao. Waaibomen. Heel Hollandse eendenkooivijvers verderop. Die afwisseling van totaal verschillende landschappen.

18 juni: Achter Neele Meu’s Nol
In de stromende regen loop ik met Anke Bruin Kommerij  van Staatsbosbeheer door verder doodstil bos: Achter de Veldkaap naar een open plek, voor haar een mythische plek: Achter Neele Meu’s Nol. ’T Is hier warmer. Lage begroeïng, hei, veenbessen, mossen, grassen, tormentil, berkjes, ’t vlees etende plantje zonnedauw en veenpluis.  Door de Ruige Plak weer terug. De regen tokkelt op de droge grond. Er was nooit bos. Vlieland was zand en duin. Na 1930 zijn dennen aangeplant, zee-den, Corsicaanse,  grove- en de kleine berg-den.  Nu is het beleid anders, geen dennen erbij, meer loofbomen. Het heeft  veel meer vogelsoorten gebracht. 

17 juni: Ademend Wad
Met eb zomp ik op luttele meters afstand van de Dorpsstraat, over de zeebodem, langs de oester- en mosselbank over kokkels, strandgapers, zeepokken, kokerwormen, wadpieren, rode draadwieren en bacteriën. Het bubbelt, pruttelt en knispert. De oesters spugen fonteintjes water omhoog. De (anaerobe) bacteriën laten zwavelachtige gassen los, 't stinkt heerlijk. Een enorme biomassa onder m’n voeten. Alles is voedsel voor de vogels. Over de Noord-Atlantische trekroute trekken vogels van de Arctische gebieden van Siberië tot de kustgebieden van West- en Zuid-Afrika. 

Lars Kuijpens, marinebioloog, leert me overeind blijven en voortbewegen in het zuigende slik. Dit wad is een van de voedselrijkste wateren ter wereld, kraamkamer van schol, bot, tong en haring. De laatste wildernis.







16 juni: Atlantikwall, bunkers in de duinen
Door diep in het duin ingegraven schuttersgangen loop ik op ooghoogte tussen zand en helmgras. De schootsvelden van de bunker Wn (Wehrmacht nest) 12 h zijn op zee en wad gericht. De kanonnen moesten vliegtuigen neerhalen. Vrijwilligers hebben de door zand bedolven bunker volledig uitgegraven en hersteld. Alles is blond, de schutkleuren van de bunker moeten speciaal gemaakt worden voor in het lichte duingebied, de gewone zijn te donker. In het begin van de oorlog werden reservisten ingekwartierd bij de Vlielanders (meer dan 800 op 700 inwoners). Het hele eiland werd Sperrgebiet. Deze ploeg werd jaren later naar het Oostfront gestuurd. Ze lieten hun spullen hier achter in de hoop terug te komen. De overlevenden belandden in krijgsgevangenschap in Siberië. De tweede ploeg kwam van het oostfront. Getraumatiseerde mannen. 



15 juni: Voor Vlielands kust gezonken schepen en verdronken dorpen
In Harlingen ruik ik, bij het uitstappen na de rit uit Amsterdam, het zilt van de zee. Aan de wal op Vlieland is een overweldigende rozen- en dennengeur. Je blijft de rozen ruiken over het hele eiland. De 'poort' naar het dorp is een coupure in de dijk. Daar kunnen bij heel hoog water balken in gezet worden. Vanuit het schelle zeelicht loop je door de 'poort' het donker in van de door bomen overschaduwde hoofdstraat.

In het Tromphuis vertelt directeur Peter Schalk mooie verhalen over voor de kust gezonken schepen gevuld met goud en zilver, uit Engeland. Goudstaven die her en der nog op het eiland te vinden zouden zijn, over het verdronken dorp West Vlieland, Vlielanders op walvisvangst en over de kerk met walviskaken als grafmonumenten.