Oesters van het Vlielandse Wad
Een eilander aan het woord over de aard van het beestje
Toen in de zestiger jaren van de vorige eeuw een virus de oestercultuur in Zeeland vernietigde, gingen de Zeeuwen op zoek naar een oester die resistent was voor dat virus. Die vonden ze in Portugal, waar de Japanse oester groeide. Ze importeerden deze heerlijke oester en zetten hem uit in de Oosterschelde. De Crassostrea gigas, die in Frankrijk ookwel de Creuse wordt genoemd, bleek een soort met expansiedrift: twee decennia later groeide de oester langs de gehele Hollandse kust. Ook op de Waddeneilanden vinden we nu dus oesters die van oorsprong van de andere kant van de aardbol komen.
Foto: Floris Burgers
De stenige bodem met veel algen, fytoplankton en andere begroeiing maken de Vlielandse dammen aan de zuidkant van het eiland uitermate geschikt voor oesters om zich op te hechten. In het late voorjaar, als de zee wat warmer wordt, gaat de oester “melken.” De oesterlarven in dit vruchtbare materiaal verspreiden zich in wolken melk door het water, die zich laten meenemen op de stroom. Ze groeien en zakken uiteindelijk onder het gewicht van hun schelp naar de bodem. Het is bekend dat oesterlarven zich het liefst in de buurt van garnalen bevinden, omdat ze een grote liefde delen: de met algen begroeide dammen. De oesterbanken zijn verspreid over het hele Wad.
Foto: Marian Woestenburg
Foto: Marian Woestenburg
Een weetje, misschien wist u het al: net als mosselen zijn oesters het lekkerst als de beroemde R in de maand is. Er zijn acht maanden met een ‘R’ in de naam, wat ook meteen de reden is dat de oester in Frankrijk: Huitre wordt genoemd. (Huit =) 8 + R. Net een rebus. Dit wil niet zeggen dat ze buiten deze periode niet gegeten kunnen worden, dat zou een treurig vooruitzicht zijn voor de komende maanden.
Foto: Marian Woestenburg. Zo ziet de verzameling versgeplukte oesters er bij haar uit.
Aan de grootte van de schelp is te zien hoe oud een oester is. De oester groeit ongeveer een centimeter per jaar. Als Woesties met gasten oesters gaat plukken wordt aangeraden om oesters te rapen die zo groot zijn als de palm van de hand. Bij laag water is het raak: zodra het eb is komen de oesters voor vogels en vissers tevoorschijn. Dit is twee keer pet etmaal, dus er is altijd gelegenheid om het Wad op te gaan en te sprokkelen. De Wilde Wadoesters zijn erg lekkere, stevige oesters. Met een dressing van tabasco, limoen of balsamico, rode wijnazijn met een sjalotje, of zo uit de schelp voor de durvals.
Foto: Floris Burgers
Woesties laat iedereen graag kennis maken met de Wilde Wadoester. Mail naar: woesties@hotmail.com.