Door Daphné Dupont - Nivet

Beeld: Bas Koopmans

Een deuk in het zand die zich vult met water, en daarna nog één, wat groter en minder rond. Vijf kleine cirkels volgen. Het zijn je voetstappen op het strand. Ze laten een kilometerslang spoor achter, mits de zee je niet op de hielen zit. Andere wandelaars, later uit hun tent gekropen dan jij, zullen denken: wauw, die heeft grote voeten. Of in mijn geval: zo hee, wat voor platvoeten zijn dat! Verkapt voyeurisme voor de voetfetisjist, zomaar gratis en voor niets op het Vlielandse strand. 

De kunst is om stappen te zetten op precies de juiste plek, daar waar de contouren van je voeten herkenbaar blijven. Te veel richting het wittige ‘zachtzand’ en je maakt alleen maar grove kuilen, waarvan onduidelijk is of deze door een mens zijn gemaakt of gewoon door de getijden. De perfecte plek ligt in het midden, daar waar het zand stevig en rul is. Te dicht bij de zee is ook niet de bedoeling: daar zak je zo ver de blubber in dat het donkere Noordzeezand meteen iedere poging tot nalatenschap opslokt. Hoe dichter bij de bron van het water, hoe groter, dieper en kortstondiger je voetafdruk. 

We hebben water nodig voor bijna alles wat we doen, ook wanneer het lijkt alsof er geen druppel aan te pas komt

Het tegenovergestelde geldt voor een andere watervoetafdruk. Deze verschijnt niet tijdens die spaarzame strandwandeling, maar is er altijd. Het begrip drukt uit hoeveel water mensen verbruiken, wanneer we eten, kleding kopen, technologie gebruiken, of simpelweg: leven. Het gaat er hier niet alleen om dat kraanwater beter is dan water uit plastic flesjes. En ook niet om de dingen die je uitspookt in de intimiteit van je eigen badkamer, temidden van turquoise tegels en een verdwaalde badeend. Korter douchen, die kleine knop van de wc gebruiken, de kraan dichtdoen wanneer je tandenpoetst, goed je wasmachine volproppen – zo bespaar je water, no biggy. Maar dat is dus niet alles. We hebben water nodig voor bijna alles wat we doen, ook wanneer het lijkt alsof er geen druppel aan te pas komt. 




160 liter: de hoeveelheid water die het kost om één banaan te telen. Het noodzakelijke bakje koffie dat ik elke ochtend drink lijkt maar klein (anders ga ik ervan spacen, en hoe). Maar in feite kost-ie 140 liter water, per kopje dus. En ik moet bekennen dat het er wel eens meer is dan één, of zelfs twee. (Dat is nog steeds zo, trouwens, ook nu ik dit weet.) Een nieuwe spijkerbroek? Die heeft zo’n 8000 liter water gekost voordat je ‘m aantrekt. En ga zo maar door. De onderzoekers van het Water Footprint Network brengen de watervoetafdruk van diverse producten in beeld. Ze berekenen het waterverbruik dat nodig is voor de productie van alledaagse boodschappen, waarbij ze het waterverbruik voor transport naar Nederland nog niet eens meetellen. De conclusie: onze watervoetafdruk is groot, en reikt tot aan de meest verre bestemmingen. 

Onze watervoetafdruk is groot, en reikt tot aan de meest verre bestemmingen

Niet alleen consumenten, maar ook bedrijven en landen gebruiken water bij de vleet. De denkbeeldige ‘stromen’ water die landen uitwisselen wanneer ze goederen importeren en exporteren heten ook wel de virtual water trade. Ook dit brengt het Water Footprint Network in kaart. Landbouw en veeteelt, om maar iets te noemen, kosten ontzettend veel water. Vlees is een waterslurper. Ook vragen gewassen zoals soja of mais meer water dan groenten zoals sla of tomaten. Wanneer Nederland besluit om deze veel-water-eisende producten te importeren, hoeft het hiervoor dus niet het eigen water te gebruiken. Tel uit je winst! Bovenaan de lijst van landen die hun watergebruik graag uitbesteden staan gortdroge plekken zoals Saoedi-Arabië, naast rijke stinkerds zoals Duitsland en Nederland. Alleen: de producten die zij importeren komen vaak uit landen met een waterschaarste. Zo halen we sperziebonen uit Egypte of Ethiopië, allebei niet per se een waterparadijs. 

Dichter bij huis is Vlieland, helemaal in september. Wat de virtual water trade van het eiland is, hebben de onderzoekers niet in kaart gebracht. Op het eiland kost je banaan helaas vast net zo veel water als op het vasteland, waar je nou net je zorgen een weekendje had gestald. Toch mag Vlieland zichzelf op de borst kloppen. Het eiland is namelijk zelfvoorzienend in drinkwater. Lokaal water bestaat – jazeker, hier wel. Uit de Vlielandse kranen vloeit water dat uit een fikse waterbel komt, verscholen diep onder de eigen duinen. 

Een suggestie: mocht je ooit vermoeide voeten oplopen en een dorst waar niet tegenop te drinken valt, van te veel gewandel, of te veel gefeest? Koop dan een schepje (vergeet even dat plastic ook water kost) en duik ermee de duinen in.

Lees hier deel 1

Wij Water —De opwekking van de Watermeent
Met o.a. Sef, Hiske Versprille, Leopold Messan, Thijs Middeldorp en Edwin Gardner.

Het wordt een even absurd als interessant programma, de opwekking van De Watermeent op zondagmorgen in de De Bolder. Onder de bezielende leiding van Yousef Gnaoui, alias Sef, geven tal van voordrachtkunstenaars in woord en gebaar gestalte aan de verklaring van ‘ons water’ tot een gemeenschappelijk goed. Het water dat ook op Vlieland voor een paar grijpstuivers uit de kraan komt. Water uit een zoetwaterbel die als een bijna oneindige bron fungeert. (Zeewater verdampt, vormt regenwolken, de regen slaat neer op de duinen, de zandlagen filteren het in 30 jaar, waarna Vitens het oppompt en in de waterleidingen leidt.)

Dat water is dus van ons allemaal. Dat is een recht. Maar dat recht brengt ook een plicht met zich mee.

Daarover gaat het dus in ‘Wij Water’, een verhaal dat ook tot uiting komt in BRAK - de waterbar ‘Bij De IJsbaan’ en op de ‘watercocktailontvangst’ bij de boot.

Zondag 3 september 11:30 uur in De Bolder
‘Wij Water’ wordt mogelijk gemaakt door Dopper, Weltevree, Studio Rooiejas, Lab Vlieland, Monnik, Parlement van de Dingen en Vitens.