Publieksrecensie van de zondag
Jacco Gardner
Er wordt in stilte genoten bij het concert van Jacco Gardner. Na een paar nummers informeert de Nederlandse muzikant: ‘Hebben jullie het goed? Niet te warm, niet te koud?’ Iedereen heeft het goed. Wederom heeft zich een tevreden publiek verzameld voor het Bospodium. Op hun meegebrachte poncho’s en kleedjes, zittend op de grond, bewegen ze mee met de muziek.
‘De mensen zijn wel heel laid back’, zegt Yvonne. ‘Maar dat past ook wel bij de artiest. Vorige keer op het hoofdpodium viel hij een beetje weg’. Waar presteerde het publiek dit weekend het best? ‘Gisteravond bij zZz. Iedereen ging finaal uit z’n dak’. Hoe ze zichzelf als publiek zouden beoordelen? ‘Wij zijn het ideale publiek,’ zegt Hedwig, ‘wij passen ons altijd aan aan de sfeer, en doen wat nodig is, dat is onze specialiteit’.
Hard//Hoofd oordeelt: het publiek krijgt een 6. Er werd netjes geapplaudisseerd en de stemming was positief. Hier en daar zaten mensen echter te praten en op hun telefoon te kijken. Achterin werd wel een beetje gedanst, maar verder bleef het heel stil tussen de bomen.
Observatory of the Self 3.1
‘Is dit de rij?’ is de meest gehoorde vraag in het publiek bij de Observatory of the Self 3.1. Verscholen in de duinen tref ik een achteroverleunende groep mensen. In het zonnetje geeft iedereen elkaar de ruimte om het kunstwerk te verkennen. Er is soms onduidelijkheid wie aan de beurt is, maar niemand is te beroerd keer op keer de vragen van nieuwe bezoekers te beantwoorden: ‘ik weet niet wat de rij is, hoe werkt dit, wie was de laatste’?
Joost is al in het kunstwerk geweest. Het is een bol, van binnen bekleed met spiegels, waarin je met jezelf wordt geconfronteerd. ‘Ik heb een liedje gezongen,’ vertelt hij, ‘je kan alleen jezelf horen, geen geluiden van buiten, dat is heel rustgevend.’ Philip vond het ‘spectaculair’. Eerst snapte hij het nog niet zo, maar naarmate hij langer in de bol zat, kon hij zichzelf steeds beter zien.
Vanuit de Observatory of the Self 3.1 komen geluiden van een fluitende bezoekster naar buiten. Het publiek observeert: ‘ze is aan het fluiten.’ De volgende persoon in de bol klapt meerdere malen in zijn handen. Het publiek lacht, maar wordt daarna ongeduldig: ‘Zit iedereen er zo lang in?’ ‘Nou, hij denkt ook, ik draai nog een extra rondje.’Wanneer hij er eindelijk uit komt, applaudisseert iedereen: ‘En, en, en, en, hoe was het?’
Hard//Hoofd oordeelt: het publiek krijgt een 7,5. Het toonde belangstelling voor het kunstwerk en voor elkaars beleving. Het zonnetje hielp mee, daardoor vonden de meesten het niet erg om even op elkaar te wachten.
The Undertones
Wanneer The Undertones hun eerste nummer inzetten, is er nog veel plek vooraan op het Sportveld. Maar enkele nummers later staat het vol. Handen in de lucht, luid gejoel, een dansend publiek. Links voorin ontstaat een kleine pit. Lachend springen de mensen op elkaar in. ‘Teenage Kicks’ wordt luidkeels meegezongen.
Twee bezoekers hebben een enorme rode knuffelbeer meegenomen. Deze vliegt algauw door het hele publiek, hoog de lucht in. Het beestje werkt sfeerverhogend. Na een tijdje landt het op het podium. ‘I sure hope there’s nobody in that’, grapt zanger Paul McLoone, en smijt de rode knuffel weer terug de mensenmassa in. Het volgende nummer wordt aangekondigt: ‘This one is for furry’.
De rode beer komt uiteindelijk helemaal vooraan aan het hek terecht bij Marlin, die hem mag houden van de oorspronkelijke eigenaren. Ze vond het concert heel erg leuk en vond het publiek goed: ‘iedereen was heel blij’. Behoedzaam sleept ze de beer mee het terrein af.
Hard//Hoofd oordeelt: het publiek krijgt een 9. Dit is festivalgedrag voor het podium waar iedere artiest op hoopt: springende mensen in een pit, een rondvliegend pluchen beest, hits die worden meegezongen. Publiek zoals publiek bedoeld is. Voor een 10 had het echter nog nét iets uitbundiger gemoeten.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door hard//hoofd, online tijdschrijft voor kunst en journalistiek.