St. Paul's Boutique
Deel 1: De vroege sneldienst naar Vlieland
Je weet hoe te dansen op Ibiza, waar welke dichter gewoond heeft op Mallorca en hoeveel Portugese oorlogsschepen er over de stranden van Menorca waken. De Balearen, was je ineens weer kind met een te grote rugtas dan schreef je er blind een werkstuk over. Maar de Wadden? De Wadden waren op zijn best perfect geplaatste, vrolijke vlekjes bovenaan onze landkaart. Er komen deed je niet.
Toen ik ergens tien jaar geleden uitgenodigd werd om te draaien op Vlieland, klonk dat even exotisch als Gerrit Hiemstra op schaatsen. Dat dit volledig aan mijn eigen bekrompen beeld van de nabije wereld lag, zou uiteindelijk in één boottocht duidelijk worden. Ik heb wel eens in een skilift gezeten die niet had mogen gaan, in een onverantwoorde binnenvlucht, een knarsende achtbaan, maar niks bleek zo spannend als de vroege sneldienst richting Vlieland.
Het is vrijdagochtend 4 september 2009 als ik in de haven van Harlingen achter een weggewaaide single aan ren. Geen vrijgezel, maar een geluidsdrager, zo uit mijn platentas gerukt door de opzettende storm die de eerste editie van Into The Great Wide Open zal geuren, kleuren en uiteenscheuren. De single belandt, na een luchtoefening die de stem van Hans van Zetten meteen had doen overslaan, midden in de wassende Waddenzee. Eenzelfde lot wacht ons festivalgangers. Op de boot blijken de opvliegers van moeder aarde een nog veel groter dramatisch effect te hebben. Dat de komedie en de tragedie dezelfde oorsprong kennen wordt hier bewezen. Hoe dichter bij Vlieland, hoe hoger de golven. Ook dat nog. We mogen dan wel een bij elkaar geraapt zooitje vastelanders zijn, iedereen heeft vaak genoeg in een vliegtuig gezeten om te weten dat het geen goed teken is wanneer er omgeroepen wordt dat ook het personeel moet gaan zitten.
Een vrouw in twee-euro-poncho probeert aan haar zoontje uit te leggen waarom het niet erg is dat de boot volledig los komt van het water. De man naast me gilt een meteen over te nemen praktijk aan verse tinnituspatiënten bijeen. Terwijl zuiver braaksel als in een estafette naadloos van passagier naar passagier gaat, denk ik op mijn beurt aan Patty Brard bij Sterrren Springen en zet me nog maar eens schrap. Is dat een Maxi-Cosi die daar in het gangpad op en neer glijdt? Wanneer de chaos een piek bereikt, roept ergens een volwassen iemand in volle ernst ‘land in zicht!’.
Niet veel later staat een moegestreden leger aan Jack Nicholson kapsels nogal beduusd voor het eerst op Vlieland. Tien jaar ouder, nog geen band gezien. Van ‘into the great wide open’ was even geen sprake. Welbeschouwd had ieder willekeurig ander nummer van Tom Petty hier beter gepast. Don’t Do Me Like That! I Won’t Back Down! Free Falling! Maar Vlieland was geen eiland als grilligheid niet -sneller dan iemand had kunnen vermoeden- ieder tij en humeur zou doen keren. Voorgoed.