St. Paul's Boutique
Deel 7: De nieuwe vrijwilliger
Als er iets ten positieve veranderd is de laatste jaren binnen de georganiseerde popcultuur dan is het wel het arbeidsethos. En dat is met name zichtbaar aan de vrijwilliger. Toen ik net begon met draaien leek het vrijwilligersschap vooral een excuus om niks te hoeven doen. De lichtman die met zijn hoofd op de stroboscoop-controller lag te pitten. Het barpersoneel dat naar huis gaat omdat ze het niet eens zijn met de muziek (hip hop). De geluidsman die even iets komt fixen en met zijn dreads de naald van de plaat tikt (meerdere malen, in verschillende poppodia gebeurd). Stoned, blank en man. Daarmee heb je de diversiteit van het culturele centrum in de jaren negentig wel redelijk samengevat.
Een groter contrast met de wereld achter de schermen van Into The Great Wide Open is er niet. Even een greep uit de communicatie van deze week:
Katja: “Vind je het goed als ik de foto van je column nog een heel klein beetje bewerk zodat het beter matcht met het artwork?”
Rianne: “Ik meen me te herinneren dat jij niet echt een skyper bent, zullen we het interviewtje voor de Kolderkrant gewoon telefonisch doen?”
Lobke: “Weet je vriendin al wanneer ze moet werken? Dan kan ik haar boottijden daarop aanpassen.”
En dan moet het festival nog beginnen! Ik verheug me nu alweer op het blije hoofd van monitorman Joost op Het Sportveld (in mijn herinnering keken monitormannen altijd chagrijnig). Of de onder alle omstandigheden stralende Margriet van productie. Want denk niet dat er hier een verkapte vakantie gevierd wordt. Mensen bikkelen wat af. Neem alleen al de vrijwilligers die ieder jaar op- en afbouwen. Terwijl wij zondagnacht met zijn allen staan te dansen in De Bolder, wordt een volledige vrijstaat weer helemaal -tot verdwaalde muntjes in het gras aan toe- afgebroken en opgeruimd. Daar kan Terry ’Turbo' Burrows nog een puntje aan zemen. Foto door: Camilla Wijnmalen
Omdat perfectie ook maar saai is, vallen er elke zomer gelukkig ook wel weer een aantal scheve schaatsen uit de kast. Een dodelijk vermoeide Jan (van Kampeerterrein Stortemelk) die diep in de nacht toch maar weer de keuken induikt, omdat barmedewerkers allerlei varianten van bittergarnituur blijven scanderen, desnoods tot de zon weer opkomt. Kinderen van wegkijkende programmeurs die crowdsurfen op decorstukken alsof ze dagelijks niets anders doen. Productiemedewerkers van Triomf die er met artiestencatering vandoor gaan. Je kunt er de klok op gelijk zetten. Op de tijd van de nieuwe vrijwilliger. Die hard werkt. En daarna jouw backstage-bier opzuipt. Meer dan verdiend.