Door Jelmer Luimstra

Jonathan Sipkema

Een van de bekendste gezichten van Into The Great Wide Open gaat Vlieland verlaten. Boswachter Erik Saaltink was vanaf het prille begin actief op het festival; als boswachter, maar ook achter de schermen. Hij vertrekt binnenkort naar het Friese Jubbega, om daar zijn werk voort te zetten. Into The Great Wide Open blikt met Saaltink terug op zes indrukwekkende jaren.

We zoeken de boswachter op in zijn Vlielandse woning aan de Havenweg. Zijn huis ligt precies aan de bosrand en de boswachter woont dus in zijn werkgebied. Momenteel werkt hij al een dag in de week als boswachter in Jubbega, een plaatsje in de buurt van Drachten, maar vanaf januari hoopt hij dit fulltime te kunnen gaan doen. Hij zal dus van het eiland naar het zogeheten ‘vasteland’ verhuizen.

Echt wennen zal de wal niet zijn voor Saaltink, want de boswachter is van origine geen eilander. Hij streek pas in 2009 op Vlieland neer, waarvoor hij al op verscheidene andere plekken als boswachter had gediend, waaronder 13 jaar in Zuid-Groningen. Saaltink verhuisde in 2009 naar Vlieland om iets wat meer mensen trekt: de natuur. “Het is heel bijzonder dat je hier leeft met de wind, de temperatuur en de natuur,” zegt de boswachter. “Als je een paar weken niet op het strand bent geweest, valt je pas op hoe snel dat verandert. Dan zie je dat er weer zand is afgegaan of juist bijgekomen. Die dynamiek, dat vind ik heel interessant.”

Toen Saaltink nog maar een paar maanden op Vlieland woonde, klopte Ferry Roseboom (Excelsior Recordings) bij hem aan. Hij wilde samen met een groepje muziekliefhebbers een festival opzetten op Vlieland en had daarvoor de toestemming nodig van de boswachter. Een festival op een eiland: in eerste instantie kwam Saaltink direct op voor de belangen van de natuur. “We hadden even ruzie,” lacht de boswachter. “Maar nadat ze alles hadden verduidelijkt, was ik gelukkig al snel enthousiast.” Into The Great Wide Open was geboren.

“Ze begonnen met een podium op het sportveld,” herinnert Saaltink zich. “Maar ik vond eigenlijk dat het idee nog wel verder uitgewerkt kon worden. Naast het hoofdpodium wilde ik nog meer kleine podia over het eiland plaatsen, zodat je her en der mensen in de natuur zou hebben staan.” Een jaar later kwam er enkele tijd een podium vlakbij de schaatsbaan, waarna het festival steeds meer ging experimenteren met buitenpodia. In plaats van enkele grote podia had Saaltink echter liever veel kleine podia gehad, zodat alle natuur achter het dorp Oost-Vlieland voor de muziek kon worden benut. Het probleem, geeft hij toe, is dat zoiets financieel niet haalbaar blijkt. “Wat ik wel heel leuk vind, is dat je nu korte sessies in het bos hebt, van bijvoorbeeld 3voor12, waardoor er dan toch kort even een groepje mensen op een plek in de natuur staat. Zoiets zou je ook kunnen doen met jamsessies van verschillende groepen.”

Hij kijkt met trots terug op zes mooie jaren, want Saaltink vindt dat Into The Great Wide Open is uitgegroeid tot een bijzonder festival. “Er worden tegenwoordig heel veel festivals uit de grond gestampt“, zegt hij. “Ik las laatst dat het er op jaarbasis meer dan 600 zijn, maar het is nergens zoals hier. Bij festivals als Lowlands en Pinkpop loop je wel van de ene naar de andere tent, maar je blijft continu op het festivalterrein. Het bijzondere aan Into The Great Wide Open is dat je juist het festivalgebied moet verlaten om naar een ander podium te gaan. Hierdoor zoek je de natuur op, ga je weer een veldje in, richting het bos of juist naar het strand. Zoiets als dit kan natuurlijk op veel meer plekken in Nederland. Veel mensen gaan op vakantie naar Zweden of Zwitserland voor de mooie natuur, maar in Nederland zit ook heel veel moois.”

Saaltink is naast boswachter ook muziekliefhebber. Zijn woonkamer ligt bezaaid met cd’s en platen en op tafel ligt de laatste editie van Muziekblad OOR. Wat zijn de mooiste concerten die hij op Into The Great Wide Open heeft meegemaakt? “Dat zijn er meerdere,” zegt de boswachter. “The Veils (in 2013, red.) vond ik een hele mooie, maar ook Lykke Li (2009, red.) vond ik erg goed. Of Kyteman, daar wist ik helemaal niets van en ineens stonden ze er. Achteraf denk ik dan: verdraaid, wat geweldig was dat! Zo heb je elk jaar wel weer iets wat indruk maakt.”

Niet alle 59-jarigen zijn nog zo met muziek bezig als Saaltink. De OOR verraadt al hoe hij nieuwe muziek ontdekt, maar geven zijn vrienden hem nog wel eens goede muzikale tips? “Niet echt,” zegt de boswachter. “Ik heb wel een vriend die veel luistert naar nieuwe muziek, maar het boeit me niet altijd wat hij draait. Dat is meer synthesizermuziek. Voor Into The Great Wide Open beluister ik altijd van tevoren de muziek van de bands die hier komen optreden. Als het goed klinkt, hoop ik natuurlijk dat het ook op het podium geweldig is en - ook niet onbelangrijk - dat ik er zelf heen kan. Soms wil ik wel eens een band kijken, maar bedenk ik me: verdraaid, ik heb even wat andere afspraken.”

Voor Into The Great Wide Open beluister ik altijd van tevoren de muziek van de bands die hier komen optreden.

Die afspraken zijn belangrijk, want Saaltink is als boswachter namens Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor het behoud van de natuur. Daarnaast staat hij klaar om bezoekers waar nodig te helpen. “In principe zijn wij met een aantal mensen gastheer,” legt Saaltink zijn werk uit. “Wij zijn hier gewoon aanwezig op het terrein en we beantwoorden vragen. Ik had bijvoorbeeld eens iemand die graag een bankje voor een overledene wilde plaatsen. Ze vroeg zich af of zoiets mogelijk was of niet. Ik heb haar naar het kantoor gebracht, zodat ze daar snel verder geholpen kon worden. Zo passeren veel meer natuurvragen de revue. Wat ik probeer te zeggen: we zijn er niet slechts om te controleren of de bezoekers netjes zijn, maar ook om elkaar te helpen.”

De boswachter heeft een grote invloed gehad op het groene karakter van Into The Great Wide Open. “Ik promoot het biologische karakter al vanaf het begin,” zegt Saaltink. “Het eerste jaar heb ik meteen tegen het team gezegd: denk erom, in 2020 willen we met alle eilanden klimaatneutraal zijn. Daar moeten ook wij naar toe werken.” Saaltink merkt dat het festival er steeds beter in is geworden. “In het begin gebruikten ze af en toe een accu, of zonnepanelen, maar je merkt dat we nu echt stukken verder zijn. Het zou mooi zijn als we uiteindelijk volledig groen zouden kunnen worden.”

Onder festivalbezoekers staat Saaltink bekend als vriendelijke boswachter, maar wat niet iedereen weet is dat hij ook kunstenaar is. In zijn tuin pronken verscheidene houtsnijwerken, door hem zelf vervaardigd. “Ik maak ze al vanaf mijn achttiende,” vertelt hij. “Sommigen staan in mijn tuin, sommigen heb ik verkocht en anderen heb ik weggegeven aan vrienden. In mijn hart ben ik kunstenaar. Vele jaren geleden heb ik de keuze moeten maken of ik naar de kunstacademie ging of dat ik iets anders wilde worden. Ik ben indertijd iets anders gaan doen, omdat ik weinig vertrouwen had in de bk-regeling (Beeldende Kunstenaars Regeling, red.) van die tijd. Natuurlijk is het ergens altijd jammer dat je zo’n keuze niet hebt gemaakt, maar mijn beroep nu is gelukkig ook prachtig.”

Als boswachter gaat hij binnenkort naar zijn volgende bestemming: Jubbega. Vindt Saaltink het moeilijk om het eiland te verlaten? “Het heeft een half jaar geduurd voordat ik de beslissing heb kunnen maken om weg te gaan,” vertelt hij. “Het boeit om op een eiland te wonen, maar mijn leven is anders geworden en dus heb ik nu de keuze gemaakt om weer verder te gaan.” Hij voegt er aan toe: “Je woont hier plezierig, je werkt hier plezierig, en zo’n festival geldt als de krenten uit de – overigens overheerlijke – pap.”

Zien we hem nog terug op volgende edities van het festival? “Absoluut,” zegt hij meteen. “Ik ga het eiland verlaten, maar ik verlaat het festival niet. Ik hoop dat ik nog iets kan betekenen voor Into The Great Wide Open. Misschien wil het festival mij bijvoorbeeld nog gebruiken als adviseur. Het boek hoeft nu niet te sluiten.”

Erik Saaltink zegt de rust van Vlieland gedag, en gaat de drukte op het vasteland tegemoet. “Ik ga inderdaad weer een ietsje drukker gebied in,” beaamt hij. “Maarre.. vergeet niet: het blijft het noorden van het land!”