Door Jelmer Luimstra

Tom van Huisstede

Nummer na nummer schrijft Rob Goodwin (32) thuis op zijn kamer, maar ermee naar buiten treden durft hij lange tijd niet. Wanneer hij in zijn late twintigerjaren als bouwvakker werkt, krijgt hij een quarter-life crisis: is dit echt wat hij wil met zijn leven? Hij besluit het roer om te gooien en kiest voor zijn passie: de muziek. Nog maar een jaar later staat hij in het voorprogramma van Elbow. Momenteel speelt Goodwin met The Slow Show door heel West-Europa. Jelmer Luimstra sprak Rob Goodwin tijdens Into The Great Wide Open 2016.

Alsof het erbij hoort: halverwege het optreden van The Slow Show op Into the Great Wide Open valt het water met bakken uit de hemel. Toch verlaten maar weinig bezoekers het steeds drassiger wordende terrein. De heftige regenval sluit immers naadloos aan bij de melancholische sound van deze rockband uit Manchester. Hun muziek klinkt groots, en zit vol dramatiek. Geregeld barsten fans zelfs in tranen uit, vertelt zanger Rob Goodwin, als we hem naderhand spreken in een nabijgelegen sportkantine. Hij is vriendelijk en lacht continu, maar kijkt je tegelijkertijd doordringend aan. Wegkijken is er niet bij met Goodwin. ‘Toen we laatst ons eerste album integraal speelden, huilde een vrouw de hele tijd,’ vertelt hij. ‘Natuurlijk is het naar dat fans problemen hebben. Toch vind ik het wel prachtig dat onze muziek zoveel voor hen kan betekenen. Ik ken die huilende fans zelden persoonlijk, maar kan ze toch een klein beetje helpen.’ 

Goodwin wordt in 1984 geboren in Grimsby, een middelgroot kustplaatsje in Noord-Engeland dat bekend staat om zijn drugsproblematiek en hoge werkloosheidscijfers. Ook Goodwins vader, die in de voedselindustrie werkt, sluit zich op een dag noodgedwongen aan bij het kamp van de werklozen. Het gezin verhuist uiteindelijk naar Manchester, waar Goodwins vader een nieuwe baan vindt. Goodwin zelf is op dat moment vijftien, en heeft schoon genoeg van het grijze Grimsby, wat hij omschrijft als een ‘arme working class-stad’. Hij herinnert zich het moment nog goed dat het gezin aankomt in Manchester. ‘Het was voor mij alsof we New York binnenreden. Mijn ogen glinsterden: Manchester leek de beste plek op aarde.’

Manchester is in tegenstelling tot het grauwe Grimsby een levendige muziekstad. Het is de plaats van The Smiths, Oasis en The Stone Roses. Niet eens Goodwins favoriete bands, maar de muzikaliteit inspireert hem wel. Ook Goodwin begint zelf gitaar te spelen en gaat nummers schrijven. Toch zal het nog jaren duren voordat hij zichzelf muzikant durft te noemen. De muren van zijn slaapkamer fungeren meestal als enige publiek. 

Op zijn 26e werkt Goodwin als bouwvakker, en het is rond die tijd dat hij te maken krijgt met de welbekende quarter-life crisis. ‘Ik dacht: wat wil ik doen met mijn leven?,’ zegt Goodwin. ‘Waar ben ik goed in en waar hou ik van? Veel mensen weten die vragen nooit te beantwoorden. Ik ben blij dat het mij uiteindelijk wel is gelukt.’ Het antwoord ligt, zoals verwacht, niet in de hoek van de bouwbedrijven, maar bij het muziek maken.
 

‘Het zou erg moeilijk voor me zijn om deze nummers uit te voeren met onbekenden’


Op een dag loopt hij producer en toetsenist Frederik ’t Kindt tegen het lijf. ’t Kindt is een naar Manchester verhuisde Belg, die in de Britse stad een succesvolle studio is begonnen. Nadat ze erachter komen dat ze een muzikale klik hebben, besluiten ze samen nummers te schrijven. Het resultaat stemt hen zeer tevreden en ze kunnen op zoek naar bandleden. ’t Kindt benadert muzikanten met wie hij eerder heeft gewerkt: drummer Chris Hough, bassist James Longden en gitarist Joel Byrne McCullough. Allen sluiten ze zich aan, en tot op de dag van vandaag is de bezetting van Goodwins band hetzelfde. ‘Daar hebben we zoveel geluk mee gehad,’ zegt Goodwin. ‘Van tevoren kende ik ze niet, maar we zijn inmiddels beste vrienden. Dat moet ook wel als je zulke intieme muziek maakt als de onze. Het zou erg moeilijk voor me zijn om deze nummers uit te voeren met mensen die ik niet ken.’



De band oefent in de begintijd maar een paar keer per maand. ‘Iedereen had het druk met andere zaken,’ verklaart Goodwin. ‘We deden het rustig aan. Beroemd worden, daar was het ons toch niet om te doen. We wilden er dus geen druk op leggen.’ Ze vinden dan ook een passende naam voor hun project: The Slow Show. Dit is tevens een nummer van het Amerikaanse The National, toevallig een band waarmee The Slow Show tegenwoordig vaak vergeleken wordt, door zijn melancholische sound. Toch is The Show Slow geen verwijzing naar het betreffende nummer: ‘Toen we de band begonnen, kende alleen Fred (Frederik ’t Hardt, red.) die band,’ zegt Goodwin. ‘Drummer Chris (Hough, red.) heeft de naam bedacht. Toen hij zich bij ons aansloot, zei hij: ik wil in een band zitten die een grootse liveshow speelt. Met veel verschillende instrumenten, en een brede sound.’ Het vijftal noemt zich daarom aanvankelijk The Show. Vanwege de alliteratie en hun laid back-houding veranderen de bandleden dit al snel in The Slow Show.

Goodwin neemt de zangpartijen in de band op zich, maar voelt zich er allerminst zelfverzekerd over. ‘Ik had nog nooit eerder professioneel gezongen,’ zegt hij. ‘Thuis op mijn kamer zong ik mijn eigen liedjes, maar daarbuiten niet. Frontman worden vond ik maar eng.’ Nadat ze enkele demo-tracks opnemen met Goodwin als zanger, vindt hij dat het tijd is om te zoeken naar een nieuwe vocalist. De anderen willen dit niet. ‘Ze zeiden: “je doet het hartstikke goed!”,’ zegt Goodwin. Zij blijken iets door te hebben wat Goodwin op dat moment zelf nog niet ziet: hij heeft een bijzonder stemgeluid. Al is hij technisch geen perfecte zanger, Goodwins herkenbare bariton-stem onderscheidt hem. Het breekbare, ultra-lage geluid past bovendien perfect bij het ingetogen werk van The Slow Show. Of, zoals hij het zelf samenvat: ‘It suits the songs.’

‘Muzikaal heeft Manchester weinig invloed op ons’


In 2011 brengt The Slow Show zijn debuut-EP uit: Midnight Waltz. De EP is een eerste aanzet voor het Amerikaans klinkende geluid waarmee de groep succes zal krijgen. Voor een band die nota bene uit Manchester komt, de stad van Oasis en The Stone Roses, klinkt The Slow Show wel behoorlijk on-Brits. ‘Muzikaal heeft de stad weinig invloed op ons,’ geeft ook Goodwin toe. ‘Wij geven veel meer om de muziek van Sigur Rós en Wilco dan om een groep als The Stone Roses. Dat soort bands waren belangrijk voor de stad, maar zelf luisteren we er weinig naar. We voelen ons ook niet erg onderdeel van de scene hier. Misschien komt het doordat we een eclectische band zijn; Fred (’t Hardt, red.) komt uit België, Joel (Byrne McCullough , red.) uit Ierland en ik uit Grimsby.’

Een Britse band waar The Slow Show muzikaal wel wat van wegheeft is Elbow. Net als die groep klinken Goodwin en zijn bandleden grootser dan de meeste bands uit Manchester: niks geen hoekigheid en dansbaarheid. Al tijdens een van hun eerste optredens valt The Slow Show in de prijzen: het mag in het voorprogramma van Elbow spelen. Dit komt doordat de band een cd’tje met werk naar de BBC heeft gestuurd. Hier zijn ze wel te spreken over The Slow Show. BBC Radio 2 organiseert op dat moment een speciaal concert voor Elbow in de grote Manchester Cathedral, waar geregeld concerten plaatsvinden. De Britse radio vraagt The Slow Show als voorprogramma en op 27 oktober 2011 is het dan zover: Goodwin en zijn nieuwe vrienden openen voor Elbow. ‘Het was geweldig,’ blikt Goodwin terug. ‘Voor zo’n band openen, op die locatie, en dat al tijdens een van onze eerste optredens als groep; we stonden ervan te kijken.’

The Slow Show blijft hierna spelen door heel Engeland, het land van de Britpop en de snelle rocksongs. Eigenlijk helemaal geen land voor de langzame luisterpop van Goodwin. Zelf komt hij daar ook al snel achter. ‘Hier in Engeland krijgen bands als de onze niet echt een kans,’ zegt hij. ‘We hebben een veel te rustige sound.’ Het is dan ook geluk hebben voor The Slow Show dat een Zwitsers boekingskantoor hen ontdekt, en de band al snel aanbiedt door Zwitserland en Duitsland te touren. Dat willen de bandleden wel, en eind 2012 spelen ze in steden als Zürich en Dresden. ‘Dat was erg belangrijk voor ons als band,’ zegt Goodwin. ‘In Engeland praat het publiek al snel door je nummers heen, maar in Zwitserland kun je tijdens rustigere songs een speld horen vallen.’ 



Al duurt de tour maar een paar weken, toch beschrijft Goodwin deze als cruciaal voor de ontwikkeling van zijn groep. The Slow Show krijgt er meer zelfvertrouwen door. ‘De poppodia waren afgeladen,’ zegt Goodwin. ‘We dachten echt: wow, wat gebeurt er nu?’ Als de band in Freiberg aankomt staat er zelfs een grote rij voor het café waar het moet spelen. ‘Er konden misschien maar honderd mensen in, maar er moeten zeker honderdvijftig man binnen zijn geweest. Je kon er niet eens meer naar het toilet gaan, zo vol was het. Op de een of andere manier omarmde Duitsland ons volledig.’

Datzelfde jaar verschijnt de tweede EP, Brother, die The Slow Show uitbrengt in eigen beheer. Ondanks het concert met Elbow en alle optredens is de band in 2012 nog steeds niet door een label getekend. In Duitsland komt daar verandering in. Tijdens een van deze optredens zijn werknemers van het Duitse festival en platenlabel Haldern Pop aanwezig. Ze bieden The Slow Show een platencontract aan, en de groep mag zowel in 2014 als in 2015 op het festival komen spelen.

De band werkt ondertussen druk aan zijn eerste album. Of nou ja, druk, The Slow Show doet het rustig aan, zoals bij de groep past. Zo rustig  zelfs dat het ze maar liefst twee jaar kost om hun debuutplaat op te nemen. Financiële redenen liggen hieraan ten grondslag, vertelt Goodwin. ‘Toen we The Slow Show begonnen, zeiden we tegen elkaar: we gaan nooit concessies doen aan de muziek. We gaan precies maken wat we zelf mooi vinden.’ Wat de band mooi vindt, zijn onder meer strijkers en blazers. Op een avond zit The Slow Show zelfs met een zestigkoppige brassband in de studio. ‘We konden ze alleen een kleine vergoeding geven en bier, en moesten ze dus smeken om naar de studio te komen.’ Toch lukt het, en begin 2015 verschijnt dan eindelijk White Water, een rijk georkestreerde popplaat. Precies zoals Goodwin en zijn bandleden het vanaf het begin hebben gewild. ‘Omdat onze muziek niet in een bepaalde trend past, hadden we weinig haast,’ verklaart Goodwin. ‘Ik denk dan ook dat het geen verschil had gemaakt of we White Water in 2015 of in 2025 hadden uitgebracht.’

‘Het had geen verschil gemaakt of we White Water in 2015 of 2025 hadden uitgebracht’


Voor de titel White Water is The Show Show schatplichtig aan Zwitserland. Tijdens hun tour door het heuvelige land worden de bandleden bevriend met een van de werknemers bij het boekingskantoor: Julia. Zij heeft een scherpe mening, en telkens als de bandleden advies nodig hebben, vragen ze haar. Wanneer ze hun plaat af hebben, laten ze hem aan Julia horen en vragen ze haar wat een passende naam zou zijn. Julia stuurt een paar dagen later een e-mail naar Goodwin. In plaats van in te gaan op de vraag, doet ze een boekje open over haar eigen leven. De volgende passage valt Goodwin hierbij op: life is crazy momentarily/ It feels like I’m in white water/ I would rather be in a still lake. ‘Ik vond white water een prachtige manier om te beschrijven hoe je je leven ervaart,’ zegt Goodwin. Bovendien sluit de zin goed aan bij Goodwins eigen leven in die periode. ‘Ik had al twaalf jaar een relatie, maar die doofde langzaam uit. Het werd steeds duidelijker dat het niet ging werken, maar omdat het zo’n langdurige relatie was, duurde het lang om de knoop door te hakken. White Water gaat over het realiseren dat degene van wie je houdt niet meer hetzelfde aanvoelt. Al klinkt de muziek op de plaat soms best hoopvol, de teksten zijn donker.’

Het deprimerende nummer Dresden gaat over Goodwins optredens in Zwitserland en Duitsland. Met name over, je ziet hem aankomen, het concert in Dresden. ‘Het was de eerste show die we ooit deden buiten Groot-Brittannië,’ zegt Goodwin. ‘Het was opwindend en ik hield van iedere seconde, maar als muzikant ga je wel eens de fout in. Thuis moet je de consequenties van je gedrag onder ogen zien.’ Dresden begint dan ook weinig verhullend met de tekstregels I’m sorry I’m leaving/ but I don’t think I’ll stand it here/ I’m a mess, I’m a mess, so let me confess/ What I’ve done, what I’ve seen, what I’ve heard.

Door White Water heeft The Slow Show in Europa aan bekendheid gewonnen, en Goodwin heeft tegenwoordig een goed excuus om zijn huis geregeld te verlaten; The Slow Show heeft shows door heel West-Europa. Vaker zelfs buiten Groot-Brittannië dan in eigen land. Volledig rondkomen van The Slow Show lukt nog niet, maar met wat klussen erbij als songwriter en sessiemuzikant knoopt Goodwin de eindjes aan elkaar. Het belangrijkste is: hij is geen bouwvakker meer. Anno 2017 is Goodwin muzikant. 

Beeld: Melanie van Leeuwen

The Slow Show is ondertussen iets minder ‘slow’ geworden, want de eind september verschenen tweede plaat Dream Darling is in een jaar opgenomen. Oftewel: twee keer zo snel als White Water. Het album neemt The Slow Show vanaf 2015 op in een studio in het boven Manchester gelegen natuurgebied Lake District National Park. Iedere maand gaan ze er een week naartoe. ‘Zo’n week voelde als een jaar. Het enige dat we deden was eten, drinken en muziek maken. We wilden weg zijn uit Manchester, om niet afgeleid te worden door de verleidingen van de stad.’

Al klinkt Dream Darling als een plaat vol kalmte, toch zitten de bandleden op het begin van de opnamesessies met de handen in het haar. Opeens hebben ze een label en een deadline voor het album. Alles lijkt plotseling serieus te worden, en er wordt bovendien een sterke tweede plaat van ze verwacht. Voor White Water hebben ze zeeën van tijd gehad, maar Dream Darling zou qua inspiratie moeten voortkomen uit dit ene jaar. Al snel blijkt dat de periode vol belangrijke gebeurtenissen komt te zitten voor de bandleden. Sommigen krijgen kinderen, maar er overlijden ook familieleden. ’t Hardt, die samen met Goodwin nog steeds de nummers schrijft, verliest bijvoorbeeld zijn vader. ‘De geest van zijn vader hangt sterk over deze plaat,’ zegt Goodwin. ‘Ik realiseerde me erdoor dat het leven écht kan veranderen als je een bepaalde leeftijd krijgt.’ 

Zelf maakt Goodwin ook wat belangrijks mee: hij krijgt een nieuwe relatie. Veranderingen vormen dan ook het centrale thema van Dream Darling. ‘Ik vind het bijvoorbeeld vreemd dat mijn ex en ik elkaar nooit meer spreken. Zo heb je jarenlang een geweldige relatie, en zo spreek je elkaar nooit meer. Het kan je ook overkomen met een vriend of een familielid. Het nummer We’re Strangers Now gaat hierover; hoe kun je van goede vrienden vervallen in een totale vervreemding van elkaar? Het kan je boos maken, maar fascineert ook.’

Ondertussen is een medewerker in de sportkantine druk bezig stoeltjes op elkaar te stapelen. Oftewel: het is tijd om afscheid te nemen, en het grijze zaaltje te laten voor wat het is. Nadat we gedag zeggen, loopt Goodwin terug naar zijn bandleden. Zeven jaar geleden waren zij nog complete vreemdelingen voor hem, maar nu zijn het zijn beste vrienden.

The Slow Show - 3voor12 sessie 2015