De zomer van: Thijs Boontjes
“Ik ben een sucker voor lelijke souvenirs.”
Stel je voor: je zwerft in je eentje door het zonnige Parijs met een baguette onder je ene arm en de taalgids Wat & Hoe Frans in de andere terwijl je via je IPod luistert naar de chanson Tombe la neige van Salvatore Adamo. Je valt later op de avond een schattig familierestaurantje binnen dat nog van dat ouderwetse vloerbedekking op de vloer heeft en de aardappeltjes enigszins knullig op een bord serveren, maar o wat is dit een lekker Frans maal. Vervolgens loop je nog wat rond, als een man zonder plan. Om uiteindelijk naar bed te gaan en lekker lang uit te slapen.
Heb je nu een zonnig en relaxed beeld in je hoofd? Dan begrijp je precies waarom Thijs dit ziet als dé ideale vakantie.
Met een blok kaas in mijn koffer
Ondanks zijn voorliefde voor Europese vakantiebestemmingen, zou Thijs ook weleens naar Japan willen reizen. Vooral om te ontdekken hoe anders de cultuur, de mensen en het eten daar zijn. Al staat hij niet te springen als het gaat om de Japanse keuken en refereert naar zichzelf als een moeilijke eter. “Maar met een blok Hollandse kaas in mijn koffer, ben ik zeker game om naar Japan te gaan.” Bij een vakantie in Frankrijk slaat hij de escargotte en de kikkerbillen dan ook liever over. Gelukkig komt hij aan zijn trekken door de Wat & Hoe-taalgidsen. Zo’n taalboek doorspitten is voor Thijs een vorm van voorpret. Hij kan intens genieten van de standaardzinnetjes in zo’n boek (denk aan complimenten als: “Wat een mooi skipak heb je aan.”).
Een sucker voor lelijke souvenirs
Verder is Thijs een sucker voor lelijke souvenirs: “De lelijkste shit vind ik prachtig.” Zo heeft hij al een mooie collectie koelkastmagneten verzameld. Hij verblijdde laatst zijn vriendin nog met een schudsneeuwbal inclusief kek discolicht, meegenomen uit Terschelling. “De Waddeneilanden geven mij minstens zo’n groot vakantiegevoel als ronddwalen in Frankrijk.”
De gouden vakantietip van Thijs Boontjes
Thijs zweert bij de Wat & Hoe-boeken, neem die dus altijd mee, en stopt altijd een dun leesboek in zijn koffer. Verder zegt hij: “Probeer niet te Nederlands te zijn in het buitenland.” Nederlanders in het buitenland zijn vaak luid en moeilijk. “Dat idee van ‘niemand kent me hier’ is geen vrijbrief om je debiel te gedragen. Je gooit gelijk alle deuren dicht.” Kortom, als iedere vakantieganger zich nou eens aardiger zou gedragen, dan wordt je vakantie ook een stuk leuker voor jezelf. Zo schaam je je als toeristische Nederlander niet langer voor andere (luidruchtigere) vakantievierende landgenoten.