In de ogen van Jeffrey Lewis is de wereld een oneindig stripboek, met doodgewone personages die een heel banaal leven leiden. Hoe dat klinkt in onze oren? Als akoestische nummers afgewisseld met lo-fi punksongs, die bol staan van vindingrijke teksten, kurkdroge observatiehumor en zelfspot. Al een jaar of vijftien verdient Jeffrey Lewis er zijn brood mee in de New Yorkse anti-folkscene. Met zijn herkenbare monotone stem, brengt de muzikale doe-het-zelver op zijn laatste en zevende album een ode aan zijn thuis: Manhattan.