De onvoorwaardelijk liefdevolle folkliedjes van la loye zijn zo mooi dat ze pijn doen. Niet zoals een schop tegen je schenen pijn doet, maar meer zoals een gebroken hart of verdriet om niets in het bijzonder. Meesterbrein achter het project is Lieke Heusinkveld, die haar sporen verdiende in de band van Pitou maar nu een eigen formatie gesmeed heeft. Daarmee speelt ze ongepolijst ingetogen, op z’n Big Thiefs zegmaar, met vleugjes Slowdive en Sigur Rós. En die Nick Drake-cover die ze tot in de puntjes beheerst, dat is allang niet meer het mooiste liedje van haar repertoire. Nee, dat zijn la loye’s eigen nummers, subtiele doch gelaagde ballades over de angst voor opgroeien, de kunst van alleen zijn en dingen die wél goed komen. Uiteindelijk dan.