Ricky de Sire is de Koning van de Nederlandstalige rock-’n-roll. Althans, dat wil -ie worden. In 1982 debuteerde Ricky als straatmuzikant in Hoog Catharijne en sindsdien timmert hij aan de weg met surrealistische en expliciete nederpop. Het probleem is alleen dat Ricky culthits als ‘Markies de Sade’ (“Ik voel een kut om mijn lul”) en ‘De God van Revolutie’ (volgens Ricky zelf “de moeder aller Nederlandstalige rocksongs”) vooral speelt in desolate winkelcentra rondom de Rotterdamse Snelfilterweg. Zelfs ‘Manilla’, een recent epos over liefde op de Filipijnen en de langste tong van Azië, werd alleen gedraaid op radiozenders waar allang geen ziel meer naar luistert. Met dank aan de even ontwapenende als ontroerende documentaire die punkheld Bastiaan Bosma (Ploegendienst, Aux Raus) over Ricky heeft gemaakt komt daar nu eindelijk verandering in.
Bosma’s film wordt tijdens Here Comes The Summer vertoond in de Bolder, waarna Ricky de Sire hoogstpersoonlijk zijn kroon zal komen opeisen.